Ga naar de inhoud

De Doetinchem Cohort Studie 4e ronde 2003-2007

Onderzoek naar volksgezondheid en veroudering

Samenvatting

Op basis van analyse van de Doetinchem Cohort Studie bleek één derde van de volwassenen over een periode van tien jaar (drie meetmomenten met elk vijf jaar ertussen) normactief en een kwart was stabiel inactief. Iets minder dan de helft veranderde in beweeggedrag, gelijk verdeeld over dalers, stijgers en personen met een variërend beweegpatroon (actief-inactief-actief, inactief-actief-inactief). De auteurs komen tot de conclusie dat de Nederlander geen gewoontedier is als het gaat om de tijd besteed aan ten minste matig intensieve lichamelijke activiteit. Voldoen aan de richtlijn van gezond bewegen is dus geen "vast" gegeven. Dit betekent onder meer dat beweeginterventies niet alleen gericht moeten zijn om mensen aan het bewegen te krijgen, maar ook om deze mensen aan het bewegen te houden.

Literatuurverwijzing: Blokstra, A., Picavet, H.S.J., & Verschuren, W.M.M. (2010). De Doetinchem Cohort Studie 4e ronde 2003-2007: onderzoek naar volksgezondheid en veroudering. Bilthoven: RIVM.