Ga naar de inhoud

Integraal gezondheids management (IGM)

Eindrapportage

Samenvatting

Bedrijven en instellingen worden in toenemende mate geconfronteerd met de financiële consequenties van de gezondheidseffecten van hun bedrijfsvoering, en met de financiële gevolgen van ziekte en arbeidsongeschiktheid van hun personeel. De kosten van niets doen worden steeds hoger, waardoor dit geen reële optie meer is. Er is echter geen duidelijk conceptueel kader en geen heldere aanpak voor bedrijven die in dit kader actief willen zijn, en daarmee willen bereiken dat de arbeidsproductiviteit omhoog gaat, doordat het personeel vaker aanwezig is, en minder werkzaamheden worden verstoord door uitval van personeel.

Op maatschappelijk niveau wordt de aanpak van gezondheid momenteel gekenmerkt door een sterke medicalisering en door specifieke aanpakken voor goedgedefinieerde doelgroepen en specifieke gezondheidsproblemen. Dit gaat gepaard met sterk toenemende kosten van de gezondheidszorg. Preventieve activiteiten verdienen duidelijk meer aandacht.

Bovenstaande achtergronden was voor TNO Arbeid de reden om begin 2002 in samenwerking met het centrum voor Gezondheidsbevordering op de Werkplek van NIGZ (NIGZ/GBW) een projectvoorstel in te dienen, dat door het ministerie van VWS is gehonoreerd. In dit project staat het concept Integraal GezondheidsManagement (IGM) centraal.

De twee hoofddoelen van het project zijn:

  1. Nadere uitwerking van de inhoud van het concept Integraal GezondheidsManagement, inclusief verheldering van de beleidsperspectieven, potentiële doelgroepen, rollen van belanghebbende partijen en ambities die belanghebbende actoren door IGM kunnen realiseren, etc. De nadere uitwerking moet het voor het ministerie van VWS mogelijk maken om haar preventieve beleidsinzet gericht op bedrijven op een effectieve wijze vorm te geven, met gebruikmaking van bestaande netwerken en infrastructuren.
  2. Methodiek ontwikkeling voor het gericht opzetten en duurzaam implementeren van Integraal GezondheidsManagement in bedrijven en instellingen. Hiermee komt een methodiek beschikbaar waarmee bedrijven en instellingen aan de slag kunnen. Voor het ministerie van VWS betekent dit dat men bedrijven en instellingen kan wijzen op een concrete aanpak (die overigens nog op basis van praktische toepassing moet worden gevalideerd).

De opbouw van deze rapportage is als volgt. Na de inleiding volgt in hoofdstuk 2 een beknopte verantwoording van de activiteiten die in het project zijn uitgevoerd en die de empirische onderbouwing van de hoofdresultaten vertegenwoordigen. De resultaten van de twee aan elkaar gerelateerde hoofddoelen zijn te vinden in de hoofdstukken 3 en 4. Deze hoofdstukken vormen de kern van de rapportage, en worden gevolgd door een beknopte schets van de perspectieven en discussie over de mogelijkheden op basis van deze bevindingen (hoofdstuk 5). Ten slotte volgen een aantal bijlagen waarin deelresultaten zijn weergegeven alsmede de publicaties die tot nu toe over dit project zijn gemaakt.

Literatuurverwijzing: Zwetsloot, G., Gründemann, R., & Vaandrager, L. (2003). Integraal gezondheids management (IGM): eindrapportage. Hoofddorp: TNO.