Ga naar de inhoud

Overgewicht bij jonge kinderen en volwassenen

Kwantificeren kloof tussen energie-inneming en -verbruik

Samenvatting

Voor het eerst is de kloof tussen calorie-inneming en -verbruik in Nederland gekwantificeerd. Kleine veranderingen in de energiebalans per dag (inneming versus verbruik) kunnen op lange termijn het verschil uitmaken tussen het wel of niet ontwikkelen van overgewicht.

Tien procent van de kinderen heeft tussen 2- en 6-jarige leeftijd overgewicht ontwikkeld of behouden. Voor 90% van hen was dit te voorkomen geweest door dagelijks 75 kcal minder in te nemen dan te verbruiken. Dit komt overeen met bijvoorbeeld een glas limonade (150 ml) per dag. Voor jong volwassenen (20-30 jaar) is een overschot op de energiebalans van 60 kcal per dag verantwoordelijk geweest voor hun gewichtsstijging in 11 jaar tijd. Voor volwassenen van 31-59 jaar is het overschot iets kleiner. De energiekloof is berekend op basis van gewichtsstijging. Voor kinderen zijn de gegevens van de PIAMA-studie gebruikt. Voor volwassenen (20-59 jaar) komen de gegevens uit de Doetinchem Studie.

Opvallend is dat bijna tweederde van de 2-jarigen met overgewicht weer een normaal gewicht heeft op 6-jarige leeftijd. Deze kinderen hadden vaker een hoogopgeleide moeder dan de kinderen die overgewicht behielden (47% versus 29%). Volwassenen met een lage sociaal-economische status (SES) hadden bij de beginmeting een hogere body mass index (BMI) dan de totale groep. De gewichtsstijging voor personen met een lage SES was echter gelijk aan die voor de totale groep. Verschillen in BMI komen dus waarschijnlijk voor het 20e levensjaar tot stand.

Literatuurverwijzing: Wijga, A.H., Verschuren, W.M.M., Berg, S.W. van den, Scholtens, S., & Boer, J.M.A. (2006). Overgewicht bij jonge kinderen en volwassenen: kwantificeren kloof tussen energie-inneming en -verbruik. Bilthoven: RIVM.