Het sportende individu
Over wat de geïndividualiseerde samenleving doet met sport
Samenvatting
We leven in een individualiserende samenleving. De vraag in deze verkennende studie is wat dat betekent voor de sport.
Bewegen en sporten zijn steeds minder traditioneel georganiseerd. De keuzemogelijkheden zijn enorm gegroeid. Sporten en bewegen hebben een individueel karakter gekregen en zijn onderdeel geworden van onze identiteit.
De individualisering is zichtbaar in de groeiende voorkeur voor individuele sporten en individuele sportbeoefening, zoals fitness, skaten, fietsen en wandelen. We sporten vaker alleen of in een informele of commerciële setting.
Sporten in verenigings- en competitieverband verliest marktaandeel. Sporten in een individualiserende samenleving betekent uiteindelijk een versplintering van het naoorlogse sportlandschap en meer divers sportgedrag op individueel niveau.
De vormgeving van sportpraktijken is in toenemende mate de resultante van individuele afwegingen en in afnemende mate van organisatorische afwegingen. Belangen en eisen van bovenindividuele sportbonden en verenigingen, competities en trainingen leggen het af tegen individuele belangen, zoals flexibiliteit in de tijdsindeling en kunnen consumeren in plaats van een bijdrage moeten leveren als vrijwilliger.
Voor zover het sportbeleid individuele vorming en ontplooiing wil bevorderen, heeft dit beleid met de individualisering van sportpraktijken de wind in de rug. Zozeer zelfs, dat het de vraag is of dit beleid nog wel nodig is om de waarde individuele vorming en ontplooiing te bevorderen.
Naarmate de diversiteit aan deelnemers aan competities toeneemt, klinkt de roep luider om meer te gaan discrimineren tussen deelnemers, om die gelijke kansen op de winst te garanderen. Het resultaat van deze ontwikkeling is een versplintering van competities en groei van niet-competitieve vormen van sportbeoefening.
Individualisering ondermijnt de sociaal-integratieve werking van sport. Wil het beleid hierop blijven inzetten, dan is intensivering gewenst van het beleid gericht op ondersteunen van de bovenindividuele structuren in de sport, in het bijzonder verenigingen, bonden en competities.
Het topsportbeleid biedt mogelijkheden voor talenten om zich op het allerhoogste niveau te ontplooien. Naarmate dit beter lukt voor de volle breedte aan talenten, krijgt de representatie van Nederland op het allerhoogste niveau gaandeweg een meer divers karakter.
Het sportbeleid zal de individualisering van sportpraktijken niet kunnen stoppen. Het zal vooral moeten meebewegen.
De achtergrondstudie geeft meer inzicht in individualisering als maatschappelijke ontwikkeling. Ze maakt duidelijk dat individualisering een zeer veel omvattende en alles doordringende ontwikkeling is.
Literatuurverwijzing: Poel, H. van der (2024). Het sportende individu: over wat de geïndividualiseerde samenleving doet met sport. Utrecht: Mulier Instituut.