Toekomstonderzoek beweegvriendelijk Zuid-Holland
Samenvatting
In het Nationaal Preventieakkoord is vastgelegd dat in 2040 75 procent van de volwassenen aan de beweegrichtlijnen moet voldoen. Minder dan de helft van de Zuid-Hollanders voldeed in 2020 aan de beweegrichtlijnen: 47,4 procent, tegenover 50,4 procent op landelijk niveau.
De provincie Zuid-Holland heeft aan het Mulier Instituut, Bureau Molster Stedenbouw en CROW gevraagd om te onderzoeken hoe het verschil tussen de geambieerde en huidige beweegdeelname verkleind kan worden.
De volgende onderzoeksvraag staat hierbij centraal: ‘Wat kan de provincie Zuid-Holland in de komende jaren met haar beleid en regelingen op het gebied van bewegen in de openbare ruimte bijdragen om het verschil tussen de huidige beweegdeelname en de geambieerde beweegdeelname te verkleinen?’
Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden is literatuuronderzoek uitgevoerd, zijn drie kennissessies georganiseerd en zijn zes verdiepende interviews met beleidsmedewerkers van de provincie afgenomen.
In dit onderzoeksrapport wordt onder een beweegvriendelijke omgeving verstaan: een omgeving die alle vormen van bewegen (zowel utilitair als sportief en recreatief) stimuleert en faciliteert.
Uit de literatuurstudie zijn vijf belangrijkste factoren naar voren gekomen die samen bijdragen aan een beweegvriendelijke omgeving. Dit zijn:
- Persoonlijke/demografische factoren.
- De fysieke omgeving.
- De sociale omgeving.
- Organisatorische kaders.
- Financiële prikkels.
Op basis van dit onderzoek zijn vijf aanbevelingen geformuleerd:
- Stimuleer bewegen breed onder de hele bevolking en besteed daarbij extra aandacht aan groepen die minder bewegen.
- Stimuleer actief verplaatsen, onder meer door het vergroten van nabijheid.
- Maak recreatief bewegen vanaf de voordeur laagdrempeliger.
- Neem lopen beter op in het beleid.
- Maak ‘meer bewegen’ doel van provinciaal (omgevings)beleid.
Literatuurverwijzing: Noordzij, J.M., Rauws, R., Molster, A., & Oostenbrink, E. (2023). Toekomstonderzoek beweegvriendelijk Zuid-Holland. Utrecht: Mulier Instituut.