Dopinggebruik in de kracht- en vechtsport
Samenvatting
Naar schatting gebruikt 24 procent van de regelmatige krachtsporters enige vorm van doping. Onder krachtsport valt onder andere fitness als krachtsport (werken met gewichten), crossfit en bodybuilding.
Bij regelmatige vechtsporters ligt deze schatting op 47 procent. Met regelmatig wordt bedoeld sporters die minimaal één á twee keer per week aan deze sport doen. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder ruim 2.200 regelmatige kracht- en vechtsporters.
Anabole steroïden meest gebruikte middel
De onderzoekers vroegen de sporters naar hun gebruik van anabole steroïden, verboden stimulantia, bijwerkingenbestrijders en andere middelen van de dopinglijst. Anabole steroïden gebruiken ze het vaakst: bijna 22 procent van de krachtsporters en 38 procent van de vechtsporters.
Omgerekend naar de totale groep regelmatige kracht- en vechtsporters in Nederland (gebaseerd op een screening onder bijna 40.000 volwassen Nederlanders) komt dit neer op meer dan 400.000 krachtsporters en 80.000 vechtsporters die anabolen gebruiken.
Meer dopinggebruik onder wedstrijdsporters en mannen
Sporters die aan wedstrijden doen geven vaker aan doping te gebruiken. Het dopinggebruik is hoger onder mannen dan onder vrouwen, al zijn de verschillen soms klein.
Dopinggebruik hangt ook samen met iemands opvattingen over doping. Hoe positiever de opvatting over doping, hoe groter de kans dat iemand zelf doping gebruikt.
Ook supplementen en medicatie veel gebruikt, soms ondanks risico’s
Onderzocht is ook het gebruik van voedingssupplementen en medicatie. Veel kracht- en vechtsporters gebruiken vitamines en mineralen en medicatie zonder recept. Ook pre- of post-workout-supplementen (zoals cafeïne of creatine) zijn relatief populair.
In beide sporten gebruiken sommige mensen vetverbranders. Soms bevatten die de stof dinitrofenol (DNP), die zeer schadelijk is voor de gezondheid. Bijna één op de tien vechtsporters gebruikt een supplement met DNP.
Onderzoek met anonieme methode
De onderzoekers vroegen een panel van ruim 2.200 regelmatige kracht- en vechtsporters naar hun gebruik van anabole steroïden, verboden stimulantia, bijwerkingenbestrijders en andere middelen van de dopinglijst.
Vanwege het gevoelige onderwerp deden ze dat met de ‘randomized response’-methode. Daarbij blijven de sporters volledig anoniem. Dit draagt bij aan de betrouwbaarheid van de antwoorden.
Literatuurverwijzing: Balk, L., & Melman, M. (2023). Dopinggebruik in de kracht- en vechtsport. Utrecht: Mulier Instituut.