Deelname sport en bewegen van mensen met een lage sociaaleconomische status
De achtergronden van de deelname
Samenvatting
Volwassenen (26-79 jaar) met een hoge sociaaleconomische status (SES) voldoen bijna twee keer zo vaak aan de beweegrichtlijnen als mensen met een lage SES. In de periode 2001-2020 is dit aandeel onder volwassenen met een lage SES nauwelijks toegenomen, maar bij de overige groepen wel. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
Ook voor de activiteiten sporten, wandelen en fietsen wordt ditzelfde verschil groter. Het aandeel mensen met een lage SES dat wekelijks sport en fietst neemt licht af. Wekelijks wandelen doen ze wel vaker dan eerder.
Redenen, belemmeringen en wijze van sportbeoefening
Enkele opvallende verschillen tussen mensen met een lage en hoge SES zijn:
- Voor volwassenen met een lage SES zijn sociale contacten vaker een reden om te sporten, naast redenen zoals plezier en gezondheid die voor alle volwassenen gelden.
- Lichamelijke beperkingen vormen voor mensen met een lage SES vaker een belemmering om te sporten. Financiële aspecten noemen mensen met een lage SES niet opvallend veel vaker.
- De ouders en partner van mensen met een lage SES zijn vaak ook veel minder sportief.
- Als mensen met een lage SES sporten, doen zij dit minder vaak via een sportvereniging en minder frequent.
Kinderen, jongeren en jongvolwassenen
Kinderen uit een gezin met een lage SES sporten veel minder vaak wekelijks dan kinderen uit een gezin met een hoge SES. Deze kinderen voldoen wel vaker aan de beweegrichtlijnen, doordat zij vaker buitenspelen.
Jongeren uit gezinnen met lagere inkomens sporten minder vaak en voldoen minder vaak aan de beweegrichtlijnen. Jongvolwassenen (18-25 jaar) die een lagere opleiding volgen, voldoen minder vaak aan de beweegrichtlijnen en zijn minder sportief.
SES: combinatie van opleiding en inkomen
In ons rapport hebben we de SES gebaseerd op het voltooide opleidingsniveau in combinatie met het gezinsinkomen. Mensen met een lage SES hebben dus een lager inkomen en een lagere opleiding. Volgens deze definitie heeft 12 procent van de 26- tot 80-jarigen een lage SES.
Onderzoek sport- en beweegdeelname
In dit onderzoek hebben we in kaart gebracht hoeveel mensen met een lage SES sporten en bewegen. Het rapport gaat over de periode 2001-2020. Voor het rapport hebben we gebruik gemaakt van diverse bronnen, waaronder de Gezondheidsenquête van het CBS. Het onderzoek is uitgevoerd met steun van het ministerie van VWS.
Literatuurverwijzing: Dool, R. van den (2022). Deelname sport en bewegen van mensen met een lage sociaaleconomische status: de achtergronden van de deelname. Utrecht: Mulier Instituut.