Ga naar de inhoud

Energielasten ondernemende sportaanbieders en sportverenigingen

Factsheet 2022/14

  • Auteurs: Janine van Kalmthout
  • Type: factsheet
  • Taal: Nederlands
  • Jaar: 2022
  • Uitgever: Mulier Instituut
  • Plaats van uitgave: Utrecht
  • Collatie: 2 p.

Samenvatting

Voor ruim een derde (36%) van de ondernemende sportaanbieders vormt de ontwikkeling van de energielasten een (zeer) groot punt van zorg. Sportverenigingen verwachten dat de stijgende energieprijzen gevolgen hebben voor de contributie het komende jaar. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.

Energieprijzen bedreiging voor voortbestaan sportondernemers
De helft van de ondernemers met zeer grote zorgen over de ontwikkeling van de energielasten, geeft aan dat deze ontwikkeling het voortbestaan van de organisatie bedreigt. Doorgerekend geldt dat voor 8 procent van de ondernemende sportaanbieders.

De grootste zorgen zien we bij ondernemers met een variabel energiecontract (18%) en ondernemers waarvan binnen een jaar het vaste energiecontract afloopt (13%).

Hogere contributie door stijgende energielasten
Bij één op de tien sportverenigingen die zelf de energierekening betalen, heeft de stijging van de energieprijzen gevolgen voor de contributie in 2022. De helft van de verenigingen verwacht in 2023 een stijging van de contributie.

De stijgende energieprijzen hebben weinig invloed op geplande investeringen in duurzaamheid bij verenigingen die zelf de energierekening betalen.

Vragenlijstonderzoek
Voor dit onderzoek is in april 2022 een vragenlijst uitgezet onder ondernemers die zijn aangesloten bij de brancheorganisaties van het Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS). Deelnemende ondernemende sportaanbieders zijn onder meer zwembaden, fitnesscentra, golfbanen, dansscholen en klim- en boulderhallen. In dezelfde periode zijn de sportverenigingen uit het MI Verenigingspanel over energiekosten bevraagd.

Literatuurverwijzing: Kalmthout, J. van (2022). Energielasten ondernemende sportaanbieders en sportverenigingen: factsheet 2022/14. Utrecht: Mulier Instituut.