Ga naar de inhoud

Lesreeksen voor bewegingsonderwijs in het primair onderwijs

Factsheet 2021/18

Samenvatting

In opdracht van de Atletiekunie heeft het Mulier Instituut een onderzoek uitgevoerd naar het aanschafproces van lesreeksen voor het bewegingsonderwijs en de factoren die daarbij een rol spelen.

Voor dit onderzoek zijn op twee manieren data verzameld:  

  1. via een online vragenlijst onder professionals werkzaam op basisscholen (n=45) en
  2. via interviews met vakleerkrachten bewegingsonderwijs (n= 7).

De uitkomsten worden in deze factsheet gepresenteerd. De belangrijkste zijn:

Tegenwoordig worden er veel programma’s en interventies ontwikkeld om meer en beter bewegen van kinderen in het primair onderwijs te stimuleren. Nieuwe lesideeën en goede ervaringen van collega’s zijn de belangrijkste redenen voor de aanschaf van een nieuwe lesreeks voor het bewegingsonderwijs.

Andere redenen om een lesreeks voor het bewegingsonderwijs aan te schaffen zijn: een aanbeveling van de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) of een ander netwerk, aansluiting op de gebruikte methode voor bewegingsonderwijs en/of het vakwerkplan voor het bewegingsonderwijs en goede informatie over de toepassing van het lesreeks.

Lesreeksen worden regelmatig aangeschaft. Vakleerkracht(en) bewegingsonderwijs bepalen vaak de inzet van een nieuwe lesreeks voor het bewegingsonderwijs.

Ontwikkel in samenwerking met het onderwijs: lesreeksen ontwikkelen in samenwerking met leerkrachten vergroot de kans dat de lesreeks goed in het curriculum past en voldoende op de kerndoelen van het bewegingsonderwijs aansluit.

Financiering aanschaf: de meeste scholen hebben geld beschikbaar voor de aanschaf van lesreeksen voor het bewegingsonderwijs. Soms is dit minder dan het geld dat beschikbaar is voor andere vakken. Daarom is het belangrijk dat de kosten voor een nieuwe lesreeks niet te hoog zijn.

Literatuurverwijzing: Jonge, M. de, Dekkers, S., & Singh, A.S. (2021). Lesreeksen voor bewegingsonderwijs in het primair onderwijs: factsheet 2021/18. Utrecht: Mulier Instituut.