Ga naar de inhoud

Eindrapportage evaluatie JILIB- en KSG-Sportimpulsprojecten ronde 2018

Zes casussen in beeld, met de ervaringen van uitvoerende professionals, deelnemende kinderen en hun ouders

Samenvatting

Betrokken professionals, deelnemers en hun ouders zijn erg positief over de Sportimpulsprojecten Jeugd in lage-inkomensbuurten (JILIB) en Kinderen Sportief op Gewicht (KSG). Wel is de KSG-doelgroep jonge kinderen met (risico op) overgewicht maar beperkt bereikt. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut naar JILIB- en KSG-Sportimpulsprojecten uit ronde 2018.

Lokale sport- en beweegaanbieders konden via de Sportimpulsregeling tweejarige financiële ondersteuning ontvangen voor het opzetten van lokaal vraaggericht sport- en beweegaanbod. Het doel van de regeling was een hogere en vooral duurzame sport- en beweegdeelname onder de JILIB- en KSG-doelgroep te bereiken

Positieve veranderingen bij deelnemers: deelnemers en ouders hebben met plezier aan de sport- en beweegactiviteiten deelgenomen en zijn tevreden over de begeleiders. Alle betrokkenen zien positieve veranderingen bij de kinderen, zoals meer zelfvertrouwen, een verbeterde conditie en betere beheersing van de sport waaraan ze hebben deelgenomen.

Jonge kinderen met overgewicht nauwelijks bereikt: met de KSG-projecten zijn kinderen met (risico op) overgewicht maar beperkt bereikt. Dit geldt voornamelijk voor projecten die gericht waren op kinderen tot 4 jaar. Daar was de werving niet specifiek gericht op kinderen met (risico op) overgewicht. Ook werd de doelgroep nauwelijks doorverwezen vanuit de zorg, wat oorspronkelijk wel de bedoeling was.

Ouders erbij betrekken blijft lastig: het betrekken van ouders was in het algemeen lastig door taalbarrières, andere prioriteiten en een te grote afstand naar ouderactiviteiten. Ouders van deelnemers aan de JILIB-projecten waren weinig betrokken bij de sport- en beweegactiviteiten van hun kinderen. Bij de KSG-projecten deden ouders onder andere mee aan de sport- en beweegactiviteiten en waren er ouderbijeenkomsten en ouder-kindgesprekken.

Betere monitoring bij KSG-projecten: bij KSG-projecten werden (ervaren) effecten bij deelnemers vaker gemonitord met herhaalde metingen en objectieve meetinstrumenten. Bij JILIB-projecten was weinig sprake van structurele metingen en zijn (ervaren) effecten voornamelijk in kaart gebracht via observaties van en/of korte evaluatiegesprekken met deelnemers.

(Groeps)interviews en vragenlijst: voor dit onderzoek zijn betrokken professionals (19), deelnemers (26) en de ouders van deelnemers (15) van drie JILIB- en drie KSG-Sportimpulsprojecten uit ronde 2018 geïnterviewd. Ook zijn via een vragenlijst bij 24 JILIB-en 20 KSG-projecten data verzameld over de manier waarop zij (ervaren) effecten bij de deelnemers (en hun ouders) hebben gemonitord en geëvalueerd. De data zijn in de periode juni 2020–juni 2021 verzameld.

Literatuurverwijzing: Gutter, K., Dellas, V., Ooms, L., & Lindert, C. van (2021). Eindrapportage evaluatie JILIB- en KSG-Sportimpulsprojecten ronde 2018: zes casussen in beeld, met de ervaringen van uitvoerende professionals, deelnemende kinderen en hun ouders. Utrecht: Mulier Instituut.