Ga naar de inhoud

Monitor sportuitgaven gemeenten 2019

Een overzicht van de uitgaven in 2019 plus samenhangende vraagstukken

  • Auteurs: Remko van den Dool , Peter van Eldert
  • Type: rapport
  • Taal: Nederlands
  • Jaar: 2021
  • Uitgever: Mulier Instituut
  • Plaats van uitgave: Utrecht
  • Collatie: 21 p. bijl. fig. tab. Met lit. opg.
  • Labels: Sportbeleid

Samenvatting

Na de sporter zelf zijn gemeenten de belangrijkste partij in Nederland voor de financiering van de sportsector. Van de 5,75 miljard euro die in 2018 naar de Nederlandse sportsector ging, kwam bijna 2,5 miljard van overheden, waarvan het grootste deel van gemeenten (KPMG, 2019).

Het Mulier Instituut volgt vanaf 2015 de ontwikkelingen in de gemeentelijke uitgaven aan sport en rapporteert hier jaarlijks over. Dit is het zesde rapport in de reeks ‘Monitor sportuitgaven gemeenten’.

Voor dit zesde rapport worden 2017, 2018 en 2019 vergeleken. Daarnaast is er aandacht voor de gevolgen van de covid-19 pandemie van 2020 voor de gemeentelijke (sport)financiën, de opvattingen van de bevolking over de gemeentelijke uitgaven voor sport, worden de inkomsten van de gemeenten voor sport geanalyseerd en de validiteit van de gebruikte data bestudeerd.

De aandacht voor de covid-19-pandemie heeft geen betrekking op de uitgaven voor 2019 maar op 2020. Desalniettemin is het belangrijk om aandacht hieraan te besteden. Met de gegevens die over 2020 beschikbaar zijn, de kwartaaluitgaven en van speciaal opgetuigde compensatieregelingen, kunnen echter nog geen concrete verwachting over de financiële gevolgen voor gemeenten worden vastgesteld.

Om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen van de sportuitgaven van gemeenten wordt gebruik gemaakt van de IV3-data (informatie voor derden) van het CBS.

De belangrijkste resultaten uit dit onderzoek zijn:

  • De Nederlandse gemeenten hebben in 2019 1,1 miljard euro netto aan sport uitgegeven. Dit betreft 1,7 procent van alle uitgaven van de gemeenten. Per inwoner geven de gemeenten gemiddeld 65,3 euro aan sport uit. In 2018 was dat 63,6 euro. Rekening houdend met inflatie resteert geen groei van de uitgaven per inwoner (0,0%).
  • Van de uitgaven aan sport is 72 procent bedoeld voor bouw, onderhoud en exploitatie van sportvoorzieningen. Andere uitgaven betreffen stimulering van sportdeelname, zoals de organisatie van sportactiviteiten voor specifieke groepen, subsidies aan individuen en subsidies aan sportclubs.
  • De verschillen in de (netto) sportuitgaven per inwoner tussen gemeenten zijn groot. In veel gemeenten bestaat daarnaast van jaar op jaar een relatief grote spreiding van de uitgaven, waarschijnlijk door incidentele uitgaven. Ondanks deze verschillen zien we dat grote gemeenten per inwoner gemiddeld 7 euro meer aan sport uitgeven. Met name aan Sportbeleid en activering geven zij meer geld uit. Zij kennen vaker groepen die qua sportdeelname achterblijven.
  • Voor 2019 bedragen de baten 441 miljoen euro. De belangrijkste bate is de huuropbrengst. Deze steeg van 208 miljoen euro in 2017 tot 248 miljoen euro in 2019.
  • Een overgrote meerderheid van de bevolking steunt het gemeentelijk beleid om de sportbeoefening in het algemeen te stimuleren, om sportclubs te subsidiëren en om voldoende sportvoorzieningen te bouwen/onderhouden.

Literatuurverwijzing: Dool, R. van den, & Eldert, P. van (2021). Monitor sportuitgaven gemeenten 2019: een overzicht van de uitgaven in 2019 plus samenhangende vraagstukken. Utrecht: Mulier Instituut.