Jaarrapport duurzame sportinfrastructuur 2020
Samenvatting
Meer dan 1.000 sportaanbieders zijn geholpen om inzicht te krijgen in mogelijkheden om hun eigen sportaccommodatie te verduurzamen. Uit de energiescans die hierbij zijn afgenomen blijkt dat op jaarbasis het gemiddeld besparingspotentieel per sportaanbieder op elektriciteit ongeveer 35.000 KWh (6.925 euro) is en op gas ongeveer 2.000 m3 (3.564 euro) is. In de komende jaren moet blijken wat de gerealiseerde besparing is als gevolg van duurzaamheidsmaatregelen. Verder is in 2019 binnen de stimuleringsregeling bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) voor ruim € 26 miljoen aan subsidie verstrekt voor duurzaamheidsmaatregelen. Aan deze verstrekte subsidie is een duurzaamheidsinvestering van sportverenigingen en stichtingen gekoppeld van ongeveer € 75 miljoen.
Dit blijkt uit het ‘Jaarrapport Duurzame Sportinfrastructuur 2020’ dat onderdeel is van de monitoring van het Nationaal Sportakkoord op het thema Duurzame Sportinfrastructuur. In dit tweede jaarrapport ligt de nadruk op het bijeenbrengen van de monitorgegevens, beschrijven van inspanningen en onderzoeksuitkomsten en identificeren van opbrengsten van beleid. Hierbij is aandacht voor (1) het landschap van sportaccommodaties, (2) verduurzaming in de sport, (3) aspecten van exploitatie en beheer van sportaccommodaties en (4) de beweegvriendelijke omgeving.
Enkele bevindingen uit het jaarrapport zijn:
- Het gebruik van de Database SportAanbod (DSA) neemt toe. Door de koppeling van DSA met andere databestanden is de beleidswaarde van de database vergroot. De DSA is het afgelopen jaar ook behulpzaam geweest bij het bieden van een onderbouwing voor op te stellen steunmaatregelen voor de sportsector als gevolg van de coronamaatregelen.
- De subsidiepot voor de BOSA is in 2019 nagenoeg volledig gebruikt. In 2019 was er voor 78,3 miljoen euro aan goedgekeurde aanvragen bij een subsidieplafond van 80 miljoen euro. Voor 2020 ziet het er vooralsnog naar uit dat het budget van de BOSA niet compleet hoeft te worden ingezet.
- De aandacht voor milieuvriendelijk beheer van grassportvelden neemt toe bij gemeentelijke beheerders. In 2020 wordt een groter deel van de gemeentelijke velden chemievrij beheerd dan in 2019. Drie op de vier gemeenten hebben aangegeven behoefte te hebben aan ondersteuning om te voldoen aan de wet- en regelgeving.
- Het aantal particulier geëxploiteerde sportaccommodaties is vanaf 2006 toegenomen. Dit geldt voor buitensportaccommodaties, binnensportaccommodaties en zwembaden. Dit is in lijn met de verschuivende rol die gemeenten voor zichzelf zien weggelegd om te voorzien in sportaccommodaties.
- De netto gemeentelijke uitgaven aan sportaccommodaties zijn gestegen van 753 miljoen euro in 2017 naar 803 miljoen euro in 2019. De extra uitgaven lijken niet ten koste te zijn gegaan van de budgettaire ruimte op sportbeleid en activering. In 2019 kwam 72 procent van de netto sportuitgaven van gemeenten voor rekening van het taakveld sportaccommodaties. Dat is minder dan in voorgaande jaren.
- Gebruik van de openbare ruimte voor sport en bewegen is toegenomen door coronamaatregelen. Gemeenten spelen hier op in en geven aan dat de toegenomen aandacht voor sporten en bewegen in de openbare ruimte een structurele beleidswijziging is. Dit is een passende ontwikkeling in het verlengde van de ambities van het Nationaal Sportakkoord en in sommige gevallen ook het lokale sportakkoord, alsmede voor de ontwikkeling van lokale omgevingsvisies.
- Het is essentieel dat sportambtenaren en vertegenwoordigers van de lokale sportsector betrokken zijn bij de ontwikkeling van de omgevingsvisie om sport en bewegen goed te verankeren in de visie. Zonder participatie van deze groepen bij de totstandkoming van de omgevingsvisie is de aandacht voor sport- en beweegthema’s gering.
Literatuurverwijzing: Hoekman, R.H.A., Ruikes, D., Schots, M., & Brus, J. (2020). Jaarrapport duurzame sportinfrastructuur 2020. Utrecht: Mulier Instituut.