Monitor Sportakkoord ‘Sport Verenigt Nederland’. Van akkoord naar uitvoering
Voortgangsrapportage november 2020
Samenvatting
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), NOC*NSF en Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) hebben op 29 juni 2018 het Nationaal Sportakkoord ondertekend. In het akkoord is de ambitie uitgesproken dat iedereen in Nederland nu en in de toekomst zonder belemmeringen in een veilige en gezonde omgeving plezier in sport en bewegen kan hebben.
De ambities van het sportakkoord zijn uitgewerkt in zes thema’s: inclusief sporten en bewegen, duurzame sportinfrastructuur, vitale sport- en beweegaanbieders, positieve sportcultuur, van jongs af aan vaardig in bewegen en topsport.
Een consortium van beleidspartners en kennispartijen voert de monitoring van het sportakkoord uit.
In deze vierde rapportage van de Monitor Nationaal Sportakkoord brengt het Mulier Instituut de voortgang van het sportakkoord in beeld. In de rapportage staan de totstandkoming van en een vooruitblik op de uitvoering van de lokale sportakkoorden centraal. Daarnaast wordt ingegaan op de ondersteuning hiervan door het nationale en lokale sportbeleid en door sportorganisaties.
De belangrijkste bevindingen van deze vierde Monitor Sportakkoord 'Sport verenigt Nederland' zijn:
- In vrijwel alle Nederlandse gemeenten (344) zijn lokale sportakkoorden gesloten. In die gemeenten werken lokale allianties, bestaande uit sportorganisaties, maar ook organisaties uit sectoren als welzijn, zorg, onderwijs en jeugd, samen aan de ambities die zij met elkaar hebben geformuleerd op het gebied van sport en bewegen. Daarmee is een belangrijke stap gezet naar meer integraal lokaal sport- en beweegbeleid. Bovendien is nooit eerder zo nauw samengewerkt tussen het nationale en lokale beleid en sportorganisaties als nu in het kader van het Nationaal Sportakkoord.
- De ambities uit het Nationaal Sportakkoord die het vaakst en meest worden uitgewerkt in de lokale sportakkoorden zijn ‘inclusief sporten en bewegen’, ‘vitale sport- en beweegaanbieders’ en ‘van jongs af aan vaardig in bewegen’.
- Degenen die betrokken waren bij de totstandkoming van de lokale sportakkoorden geven aan dat daarbij veel energie ontstond. Partijen die elkaar nog niet kenden ontmoetten elkaar, er mochten ambities worden uitgesproken en plannen werden gemaakt.
- In ruim acht op de tien lokale trajecten is een kerngroep (of kopgroep) gevormd, die de uitvoering van het lokale akkoord gaat sturen of bewaken. De komende tijd zal blijken in hoeverre het lukt de ontstane energie vast te houden en de opgezette structuur verder uit te bouwen.
- De overgang van het vormen van een akkoord op papier, naar het uitvoeren van de voorgenomen maatregelen en acties is een belangrijke fase die veel aandacht behoeft. Voor de landelijke partijen in het sportakkoord is het hierbij de uitdaging om de ondersteuningsstructuur zo in te richten en te optimaliseren, dat die aansluit bij de behoeften van de partijen in de lokale allianties.
Deze voortgangsrapportage van november 2020 is de vierde in een serie voortgangsrapportages die het Mulier Instituut uitbrengt met steun van het ministerie van VWS, en waarmee het sportakkoord gedurende de looptijd van het sportakkoord (2018-2021) op kortcyclische wijze gemonitord wordt.
Literatuurverwijzing: Pulles, I., Reitsma, M., Hoogendam, A., Nafzger, P., & Poel, H. van der (2020). Monitor Sportakkoord ‘Sport Verenigt Nederland’. Van akkoord naar uitvoering: voortgangsrapportage november 2020. Utrecht: Mulier Instituut.