Ga naar de inhoud

Milieuvriendelijk beheer van grassportvelden in gemeentelijk beheer

Samenvatting

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) heeft als doel gesteld dat er na 2022 geen chemische gewasbeschermingsmiddelen meer gebruikt worden.

Welke stappen zijn nodig om een chemievrij beheer te bereiken? De werkgroep Milieuvriendelijk beheer van sportvelden heeft in samenwerking met Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) het Mulier Instituut gevraagd om een inventarisatie uit te voeren van de huidige stand van zaken bij de gemeentelijke beheerders van grassportvelden. Gemeenten hebben veel van de Nederlandse sportvelden in eigendom, beheer of exploitatie en zijn daarmee (mede) verantwoordelijk voor het milieuvriendelijk maken van het sportveldbeheer. Het onderzoek is uitgevoerd met steun van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Alle 355 Nederlandse gemeenten hebben een uitnodiging ontvangen voor het invullen van een online vragenlijst. Na openstelling van de vragenlijst voor een periode van drie weken van medio juni tot begin juli 2020, zijn antwoorden verkregen van 142 gemeenten (respons=40%). De verzamelde data zijn gewogen naar stedelijkheid van de gemeenten. Door de weging zijn de resultaten representatief voor Nederland als geheel.

De belangrijkste resultaten uit dit onderzoek zijn:

  • Veel gemeenten zitten met vragen over de veranderende wet- en regelgeving over het chemievrij beheer van grassportvelden. Een kwart van de gemeenten weet nog niet goed wat de wetswijziging inhoudt en eenzelfde deel is niet goed op de hoogte van het algehele verbod op gewasbeschermingsmiddelen per 2023. Vooralsnog is geringe aandacht voor Integrated Pest Management (IPM).
  • Wel geeft de helft van de gemeenten aan behoefte te hebben aan een handreiking of stappenplan voor de inrichting van IPM. In totaal geeft drie kwart van de gemeenten aan behoefte te hebben aan ondersteuning op het gebied van milieuvriendelijk beheer van grassportvelden.
  • Nederland telt ongeveer 7.500 grassportvelden die worden onderhouden door gemeenten, sportverenigingen of externe onderhoudspartijen. Naar schatting is ongeveer 70 procent van de grassportvelden in gemeentelijk beheer.
  • Bij een derde van de gemeenten worden alle grassportvelden door de gemeente zelf onderhouden.
  • 14 procent van de gemeenten verwacht problemen wanneer ze moeten voldoen aan de nieuwe wet- en regelgeving voor chemievrij beheer.
  • Meer dan de helft van de gemeenten heeft in 2019 gewasbeschermingsmiddelen op een deel van de gemeentelijke grassportvelden gebruikt.
  • Een derde van de gemeenten gaat in 2020 absoluut geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken op grassportvelden en de helft heeft de intentie om dit niet te doen in 2020.
  • Gemeenten hebben beperkt zicht op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op grassportvelden in onderhoud bij derden. De helft van de gemeenten verzoekt derden wel expliciet om geen gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken.
  • Een op de vijf gemeenten houdt een gewasbeschermingsmonitor bij.

Literatuurverwijzing: Schots, M., Brus, J., & Hoekman, R.H.A. (2020). Milieuvriendelijk beheer van grassportvelden in gemeentelijk beheer. Utrecht: Mulier Instituut.