Sociaaleconomische status en deelname aan sport en bewegen van volwassenen
Factsheet 2020/21
Samenvatting
Is de sociaaleconomische status (ses) van invloed op de deelname aan sport en bewegen van volwassenen? Voor dit factsheet, opgesteld door het Mulier Instituut zijn data geanalyseerd van de Leefstijlmonitor - de aanvullende module Bewegen en Ongevallen uit 2015, 2017 en 2019 van het RIVM en de Gezondheidsenquête uit 2019. De belangrijkste conclusies zijn:
- Van de volwassenen met een lage ses sport slechts een vijfde (21%) wekelijks, terwijl van de volwassenen met een hoge ses drie kwart wekelijks sport (74%). Daarin is de relatie van de wekelijkse sportdeelname met opleiding iets sterker dan die met inkomen. Van de volwassenen die wekelijks sporten zijn mensen met een hoge ses vaker lid van een vereniging (38%) of hebben een abonnement voor zwembad of sportschool (47%) dan mensen met een lage ses (respectievelijk 24% en 38%).
- Bij mensen met een lage ses heeft een kwart (25%) van de volwassenen nog nooit gesport, ten opzichte van 3 procent bij mensen met een hoge ses.
- Hoe lager de ses, hoe meer belemmeringen om te sporten vanwege de gezondheid worden ervaren: van de volwassenen met een lage ses ervaart een derde (34%, waarvan 17% ernstig) belemmeringen, terwijl van de personen met een hoge ses een kwart (25%, waarvan 4% ernstig) belemmeringen ervaart.
- Ook voor bewegen geldt een samenhang met de ses: hoe hoger de opleiding en het inkomen, hoe vaker wordt voldaan aan de beweegrichtlijn. Een derde (31%) van de mensen met een lage ses voldoet aan de beweegrichtlijnen, terwijl dat voor ruim de helft (58%) van de mensen met een hoge ses geldt.
Literatuurverwijzing: Stam, W. van, & Dool, R. van den (2020). Sociaaleconomische status en deelname aan sport en bewegen van volwassenen: factsheet 2020/21. Utrecht: Mulier Instituut.