Ga naar de inhoud

Sport en bewegen in tijden van covid-19

Deelname & kijkgedrag volwassenen maart-april 2020

  • Auteurs: Remko van den Dool
  • Type: rapport
  • Taal: Nederlands
  • Jaar: 2020
  • Uitgever: Mulier Instituut
  • Plaats van uitgave: Utrecht
  • Collatie: 13 p. tab. Met lit. opg.
  • Labels: Beweegstimulering

Samenvatting

Sinds de maatregelen van half maart 2020 om het coronavirus in te dammen, is sporten en recreatief bewegen in Nederland ingewikkeld geworden. Sporten via een sportvereniging en fitnesscentrum kan niet meer, maar onder voorwaarden is sporten en bewegen in de openbare ruimte wel mogelijk.

Om de eerste gevolgen voor de sport in kaart te brengen heeft het Mulier instituut in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) 1.000 volwassenen een vragenlijst voorgelegd via een online panel. Het onderzoek richt zich ook op de gevolgen voor de kijkers naar sport. Het veldwerk voor het onderzoek heeft van 7-10 april plaatsgevonden.

De belangrijkste resultaten uit het onderzoek zijn:

  • Minder volwassenen zijn gaan sporten/bewegen en velen minder uren. In een ‘normale’ lente sport 13 procent helemaal niet en in de periode na het instellen van de maatregelen was dat 18 procent. Per saldo is de helft evenveel uren blijven sporten/bewegen (49%), 38 procent minder en 13 procent meer. De teruggang is vooral zichtbaar voor wandelen en fietsen naar het werk en sporten bij een sportclub.
  • Fitness, hardlopen en wielrennen worden minder beoefend. Individuele fitness staat slechts in beperkte mate onder druk. Een deel vond namelijk al thuis plaats en vanwege de coronamaatregelen zijn meer mensen dit thuis gaan beoefenen. De sportdeelname via sportclubs is verminderd. Twee vijfde koos voor een andere sport en/of beweegactiviteiten (39%).
  • De deelname aan recreatief wandelen/fietsen is vergelijkbaar met een ‘normale’ lente.
  • Van de Nederlandse volwassenen vindt driekwart het belangrijk om te blijven sport en bewegen zolang de beperkende maatregelen van kracht zijn (74%).
  • Meer mensen sporten alleen (61% nu vs 46% in een normale lente). De verenigingssporters missen het contact met medesporters en het sportplezier het meest.
  • Voor een derde van de mensen met een abonnement (fitnesscentrum/zwembad; 36%) is de financiële bijdrage gestopt. Van de leden van de sportverenigingen is van 14 procent de contributie gestopt. De helft van de leden heeft begrip voor de situatie van de club en hoeft geen geld retour. Voor mensen met een abonnement is dat 14 procent.
  • In de twee en een halve week vanaf half maart heeft 7 procent uitgaven voor sport gedaan vooral voor gewichten, hometrainers, yogamatjes en hardloopschoenen.
  • Een derde van de volwassenen vindt het vervelend dat zij via de media niet of nauwelijks meer naar actuele (top)sportwedstrijden kan kijken (34%). De helft maakt het niet uit en 15 procent vindt minder sport op televisie wel prettig.

Literatuurverwijzing: Dool, R. van den (2020). Sport en bewegen in tijden van covid-19: deelname & kijkgedrag volwassenen maart-april 2020. Utrecht: Mulier Instituut.