Ga naar de inhoud

Borging Sportimpulsprojecten rondes 2015-2017

Samenvatting

Sinds 2012 kunnen lokale sport- en beweegaanbieders via de Sportimpuls tweejarige financiële ondersteuning ontvangen bij het opzetten van lokaal vraaggericht sport- en beweegaanbod. Het doel van de Sportimpuls is om een hogere en vooral duurzame sport- en beweegdeelname te bereiken. De regeling is gericht op mensen die niet of nauwelijks sporten en bewegen of dreigen te stoppen met sporten en bewegen. 

Naast de ‘reguliere’ Sportimpuls hebben sport- en beweegaanbieders sinds 2013 ook de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor de Sportimpuls Kinderen sportief op gewicht (KSG), welke gericht is op kinderen met (risico op) (ernstig) overgewicht en hun ouders. In 2014 is daar de Sportimpuls Jeugd in lage inkomensbuurten (JILIB) bijgekomen. Hier staat de doelgroep van 0-21-jarigen (en hun ouders) uit gezinnen met een laag inkomen centraal.

Dit onderzoek is gericht op de borging van de 326 Sportimpulsprojecten die in 2015, 2016 en 2017 zijn gestart (112 reguliere Sportimpulsprojecten, 162 JILIB-projecten en 52 KSG-projecten). De vraag die centraal staat, is wat na afloop van de tweejarige subsidieperiode nog over is van de Sportimpulsprojecten uit deze rondes. Hierbij is gekeken naar verschillende aspecten van borging, namelijk de borging van de opgezette sport- en beweegactiviteiten, financiën, opgezette samenwerkingsverbanden, structurele sport- en beweegdeelname van deelnemers en de opgedane kennis en expertise. Ook zijn, met name bij de JILIB- en KSG-projecten, vragen gesteld over de mate waarin de beoogde doelgroep is bereikt, over de geschiktheid van de ingezette sport- en beweegactiviteiten voor de doelgroep en vragen over effecten van de projecten bij deelnemers volgens uitvoerders en samenwerkingspartners.

Literatuurverwijzing: Ooms, L., Dellas, V., Gutter, K, Heijnen, E., & Lindert, C. van (2020). Borging Sportimpulsprojecten rondes 2015-2017. Utrecht: Mulier Instituut.