Motorisch leren in het zwemvaardigheidstraject
Onderzoeksrapport
Samenvatting
Het ZwemanalyseLAB van Hogeschool Windesheim voerde in het kader van het project NL Zwemveilig onderzoek uit naar hoe kinderen in het zwemonderwijs leren. Omdat geconstateerd werd dat de zwemlesmethoden die in de zwembadbranche worden gehanteerd niet wetenschappelijk zijn onderbouwd zijn de onderzoekers de wetenschappelijke literatuur ingedoken. Hun onderzoeksvraag was:
In hoeverre sluit het zwemvaardigheidstraject aan bij de motorische ontwikkeling en het motorisch leren van kinderen en welke leerstrategieën kunnen ingezet worden gedurende het zwemvaardigheidstraject?
Bij de beantwoording van deze vraag is onder meer voortgeborduurd op de dynamische systemen theorie. Uit deze theorie blijkt dat de ontwikkeling van mensen zelforganiserend is. Ieder mens en ieder kind kent unieke eigenschappen. Door biomechanische overeenkomsten doorloopt kind mens een soortgelijke ontwikkelingsroute, maar juist door biomechanische verschillen blijkt dat ieder kind op een eigen en unieke manier beweegt. Ook geven de onderzoekers aan dat impliciet leren mogelijk relevant kan zijn voor het zwemonderwijs. Mogelijk dat in de zwemles minder nadruk kan liggen op het bewust aanleren van zwembewegingen via instructies en feedback gericht op het lichaam, maar dat andere manieren van leren waarbij kinderen zich minder bewust zijn dat ze leren effectiever zijn.
De uitkomsten bieden veel stof voor vervolgdiscussies over onder meer startleeftijd, de beste manier om kinderen zwemvaardigheden aan te leren en of kinderen zwemvaardigheden ook weer verleren.
Literatuurverwijzing: Pegge, M. (2017). Motorisch leren in het zwemvaardigheidstraject: onderzoeksrapport. Zwolle: ZwemanalyseLAB Zwolle.