Borging Sportimpulsprojecten ronde 2014
Samenvatting
Sinds 2012 kunnen sport- en beweegaanbieders via de Sportimpulsregeling tweejarige financiële ondersteuning ontvangen bij het opzetten van lokaal vraaggericht sport- en beweegaanbod. Het doel van de Sportimpuls is om een hogere en vooral duurzame sport- en beweegdeelname te bereiken bij mensen die niet of nauwelijks sporten en bewegen of dreigen te stoppen met sporten en bewegen.
Het onderzoek ‘Borging Sportimpulsprojecten ronde 2014’ is uitgevoerd door het Mulier Instituut in opdracht van ZonMw. In 2014 zijn 177 Sportimpulsprojecten gestart: 113 reguliere Sportimpulsprojecten, 47 Jeugd in lage inkomensbuurten (JILIB)-projecten en 17 Kinderen sportief op gewicht (KSG)-projecten. In het onderzoek is gekeken naar de borging van de projecten na de tweejarige subsidieperiode.
Voor het onderzoek vulden 114 hoofdaanvragers van Sportimpulsprojecten (respons 64%) een online enquête in. Daarnaast zijn diepte-interviews uitgevoerd en telefonische interviews gehouden. Dit onderzoek is een vervolg op het borgingsonderzoek uit 2017 waarin de borging van de ronde 2012 en 2013 Sportimpulsprojecten centraal stond.
Enkele resultaten uit het onderzoek zijn:
- Een derde van de sport- en beweegaanbieders die in 2014 activiteiten in het kader van de Sportimpuls hebben opgezet, voert deze nog volledig uit. De helft voert nog een deel van de activiteiten uit. 11 procent heeft de activiteiten gestopt.
- De voortgezette sport- en beweegactiviteiten zijn in drie kwart van de gevallen wekelijks terugkerende activiteiten.
- Professionele begeleiding van deelnemers naar passend vervolgaanbod, bijvoorbeeld door de buurtsportcoach, is van positieve invloed op het aantal deelnemers dat doorstroomt. De mate waarin kinderen doorstromen naar vervolgaanbod is erg afhankelijk van de ouders.
De resultaten zijn vergelijkbaar met de resultaten uit het vorige borgingsonderzoek. Een opvallend verschil is dat in het huidige onderzoek het percentage projecten dat de activiteiten geheel heeft voortgezet een stuk lager is. Het percentage projecten dat de activiteiten gedeeltelijk heeft voorgezet is hoger.
Literatuurverwijzing: Ooms, L., Dellas, V., & Lindert, C. van (2018). Borging Sportimpulsprojecten ronde 2014. Utrecht: Mulier Instituut.