Van impuls naar duurzaamheid?
Sociale professionals in de breedtesport
Samenvatting
Verenigingsmanagers, verenigingsondersteuners, verenigingsadviseurs, combinatiefunctionarissen, buurtsportcoaches, sportconsulenten, schoolsportmedewerkers, sportstimuleringsmedewerkers, sportbuurtwerkers enz.: in Nederland is de afgelopen decennia een sportondersteuningssector ontstaan die in omvang nog steeds lijkt te groeien. Het gaat om door de overheid gefaciliteerde professionals in uitvoerende functies die een maatschappelijke opdracht vervullen in of direct aangrenzend aan de sportsector. Kern van het werk van deze professionals is het ondersteunen en stimuleren van de breedtesport, veelal met het oog op het benutten van de maatschappelijke waarde van de sport. Doorgaans richten deze professionals zich dan ook niet op de middenklasse van het land, maar juist op groepen die een duwtje of duw nodig hebben om mee te doen, zoals kwetsbare jongeren, mensen met een uitkering of meer algemeen: groepen die niet aan sport doen, onvoldoende bewegen, en die de waarde daarvan extra goed kunnen gebruiken.
Voor een aanzienlijk deel zijn dit professionals die ooit zijn aangesteld vanuit een landelijke stimuleringsregeling, veelal gesubsidieerd door het ministerie van VWS. Denk aan achtereenvolgens de Breedtesportimpuls (BSI), BOS-impuls, impuls Brede Scholen Sport en Cultuur, Alliantie School en Sport, Meedoen alle jeugd door sport en het programma Sport en bewegen in de buurt. Gemeenten en provincies hebben hier, vaak in de 'slipstream' van VWS, ook zelf in geïnvesteerd. Deze professionals zijn aangesteld bij gemeenten, lokaal of provinciaal opererende stichtingen (sportservice, sportstimulering), sportbonden en soms ook welzijns-, zorg- of onderwijsorganisaties.
Deze grote groep professionals in de breedtesportsector, waarvan de precieze omvang niet bekend is, kan alleen al door zijn omvang een fors verschil maken in de uitvoering van beleid. Het is de vraag of deze sociale sportprofessionals ingezet en aangestuurd worden vanuit een actuele, scherpe analyse van wat nu het meest nodig is. Met zoveel formatieplaatsen en een goede regie daarop kan de sport-overheidssector mogelijk gerichter kansen en problemen aanpakken en zo de maatschappelijke waarde van sport en bewegen nog beter benutten.
Literatuurverwijzing: Deelen, I., Lagendijk, E., & Duijvestijn, P. (2018). Van impuls naar duurzaamheid?: sociale professionals in de breedtesport. Den Haag: DSP.