Contributiemonitor 2016/2017
Contributies in de Nederlandse sport
Samenvatting
Het Nederlandse verenigingsleven is erop gericht om zoveel mogelijk mensen te laten sporten. Dit uit zich in lage contributies die verenigingen aan hun leden vragen. Door de financiële crisis en bezuinigingen bij de overheid, zijn er zorgen over de betaalbaarheid van het lidmaatschap. Het Mulier Instituut en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) willen met de Contributiemonitor op een eenduidige en overzichtelijke manier de contributiehoogtes en toegangsprijzen van zwembaden en ijsbanen in Nederland volgen en hierover beleidsrelevante kennis ontwikkelen. In totaal zijn voor de Contributiemonitor de contributiegegevens van 2.750 verenigingen in zes verschillende sporten in kaart gebracht. Dit is 40 procent van het totaal aantal verenigingen in deze zes sporten en 11 procent van alle sporten. Daarnaast zijn entreegelden van 131 zwembaden en 22 ijsbanen via websites verkregen. Leden van de onderzochte sportverenigingen betalen in niet stedelijke gebieden gemiddeld 30 procent minder contributie dan leden in zeer sterk stedelijke gebieden. Aannemelijk is dat de hogere grondprijs in stedelijke gebieden wordt doorberekend in de huur die verenigingen betalen. Verenigingen vertalen deze hogere huur in een hogere contributie.
Literatuurverwijzing: Davids, A., Roest, J. van der, Poel, H. van der, Schoemaker, J., Genderen, S. van, & Boer, W.I.J. de (2017). Contributiemonitor 2016/2017: contributies in de Nederlandse sport. Utrecht: Mulier Instituut.