Hoe creëer je een beweegvriendelijke omgeving? Zet kinderen aan tot bewegen met een app of trapschoolbus
Samenvatting
In het kader van de samenwerking tussen CIOSNL en Kenniscentrum Sport brachten maandag 21 maart speciaal geselecteerde studenten van de vijf CIOSSEN in Nederland een bezoek aan Ede. Deze 3e en 4e jaars studenten volgden bij het Kenniscentrum Sport een masterclass verzorgd door experts over sport en de groene/openbare ruimte. In de maanden april en mei krijgen deze studenten ook nog masterclasses over sport en bewegen en de moderne sportvereniging en sport en bewegen in de nieuwe wereld van de jeugd en ouderen.
Piano-trap
Waarom nemen we vaker de trap als deze eruit ziet als een piano en geluid maakt op het moment dat je je voet op een trede zet? Ons brein is vrij eenvoudig te ‘manipuleren’. De piano-trap in het Zweedse Stockholm is over de hele wereld bekend en een uitstekend voorbeeld van hoe de openbare ruimte zo kan worden ingericht dat het mensen stimuleert om meer te bewegen. De piano-trap heeft zelfs navolging gekregen in diverse andere landen. We weten dat de directe woonomgeving van mensen sporten en bewegen kan stimuleren, mits de omgeving beweegvriendelijk is. Maar wat is dan een beweegvriendelijke omgeving? Dat is een leefomgeving die mensen faciliteert, stimuleert en uitdaagt om te bewegen en te sporten.
Om mensen aan het bewegen te krijgen, is het belangrijk de openbare ruimte aantrekkelijk, veilig en beweegvriendelijk in te richten. Want er zijn een heleboel redenen om de omgeving zo aan te passen dat mensen meer gaan bewegen. De belangrijkste tien kun je lezen in het artikel 'Iedereen heeft baat bij bewegen in de buurt' op allesoversport.nl.
Gebruiker centraal
Maar hoe creëer je nou precies een beweegvriendelijke omgeving? Daarvoor is het Beweeg Vriendelijk Omgeving Model ontwikkeld. Dat klinkt heel abstract, maar het valt erg mee. Altijd staat de gebruiker centraal.
De beweegvriendelijke omgeving moet voldoen aan drie voorwaarden. Daarbij worden de termen hardware, software en orgware gebruikt. Die moeten idealiter aanwezig zijn. Zijn de hardware en de software met hulp van orgware op elkaar afgestemd, dan ontstaat een beweegvriendelijke omgeving.
Hardware
Er moeten voor iedereen toegankelijke voorzieningen zijn, die stimuleren en uitdagen tot bewegen. Denk aan een park of een basketbalveldje. Maar denk ook gewoon aan de stoep en de straat. Die maken bewegen mogelijk. Voorbeeld: als de stoep geen hobbels en scheve tegels bevat, zullen ouderen makkelijker gaan lopen.
Software
Het aanbod aan activiteiten. Denk aan spelmiddagen of fietstochten, maar ook aan een buurtborrel. Als mensen elkaar ontmoeten, voelen ze zich veiliger en nauwer betrokken bij hun directe omgeving. Voorlichting en het organiseren van activiteiten zetten aan tot sport en spel. Voorbeeld: organiseer fittesten voor ouderen en biedt naar aanleiding daarvan beweegactiviteiten in het park aan en laat dat aan iedereen weten.
Orgware
Het lastigste begrip van de drie. Het proces áchter het zichtbare aanbod. Hoe krijg je belanghebbenden zoals de buurtbewoners, (sport)vereniging, zorgverlener en buurtsportcoach zover dat ze activiteiten verzorgen in de buurt? Denk aan samenwerking tussen de gemeentelijke afdelingen groenbeheer en sport/gezondheid. Wat is een goede plek voor een moestuin als ontmoetingsplek in de buurt? En wie kan bewonersavonden te organiseren en deelnemers werven? Dat is niet alles. De gemeente heeft de regie, maar bijvoorbeeld woningcorporaties en projectontwikkelaars werken vaak ook mee. En kan een locatie voor outdoor fitness ook worden gebruikt als plek voor bootcamps?
Als het allemaal in elkaar grijpt, kan dat een spectaculair effect opleveren. Maar dat is niet makkelijk. Nadat de CIOS-studenten diverse voorbeelden hadden gezien van hoe de openbare ruimte zo kan worden aangepast dat mensen meer gaan bewegen, werden ze zelf aan het werk gezet. In groepjes van ongeveer 5,6 personen moesten de studenten een innovatief aanbod bedenken voor een beweegvriendelijke inrichting van een locatie bij hen in de regio. De studenten kregen ongeveer een halfuur de tijd om iets te bedenken en de resultaten mochten er wezen.
Trapschoolbus
Eén groep bedacht het idee van een trapschoolbus. Kinderen kunnen met de ‘bus’ ‘s ochtends samen naar school fietsen onder begeleiding van een (of meerdere) gepensioneerde ouderen. Op die manier bewegen de kinderen voldoende per dag, blijven de ouders actief, rijden er minder auto’s in de buurt van de school waardoor de omgeving veiliger wordt en hebben de ouders meer tijd over omdat ze hun kinderen niet naar school hoeven te brengen en kunnen zij bijvoorbeeld gaan sporten onder begeleiding van een buurtsportcoach. De trapschoolbus zou geschikt kunnen zijn in minder bevolkte gebieden omdat de afstand tussen de school en de woning vaak groter is dan in de stad en de wegen minder druk zijn. Met de trapschoolbus werk je dus niet alleen aan de gezondheid van de kinderen, maar zorg je er ook voor dat ouderen actief blijven, het gebied rondom school veiliger wordt en de ouders van de kinderen meer tijd hebben om te sporten.
Kinderen uit achterstandswijk meer laten sporten
Niet alle kinderen in Nederland kunnen in clubverband sporten, omdat de ouders daar soms niet de financiële middelen voor hebben. Om er toch voor te zorgen dat deze kinderen voldoende bewegen, bedacht een andere groep CIOS-studenten het plan om in bijvoorbeeld een park sportlessen te geven aan deze groep. Tijdens het sporten zouden de kinderen ook bepaalde vaardigheden kunnen leren, zoals samenwerken in een groep. Door de ouders van de kinderen bij het sporten te betrekken, doen zij sociale contacten op en blijven zij eveneens fit. Zo is dit eigenlijk een win-win-situatie. Overigens komt deze manier van werken al voor op diverse plekken in Nederland.
App om bewegen te stimuleren
Steeds meer Nederlanders beschikken over een smartphone en met name kinderen hebben bijna allemaal een telefoon. Waarom zou je de smartphone dan niet gebruiken om mensen aan het bewegen te krijgen? Dat was het idee van de CIOS-studenten uit de regio’s Haarlem en Hoofddorp. Zij bedachten een app die je door Haarlem leidt en je tegelijkertijd laat bewegen. Met de app loop je door de hoofdstad van Noord-Holland en onderweg zijn er diverse plekken waar je een opdracht moet uitvoeren. Bijvoorbeeld een bal door de basket schieten of buiten fitnessen. Als je de opdrachten goed uitvoert, krijg je daar punten voor en bij elk punt in de stad kun je in de app zien wie de hoogste score heeft, zodat je wordt uitgedaagd om de opdracht zo goed mogelijk uit te voeren. In de app kun je een profiel aanmaken en vrienden uitdagen. De studenten hadden ook al een naam voor de app bedacht: CityScore. Daarnaast bedacht de groep het idee om in Haarlem vuilnisbakken te verwerken in de grond, zodat je afval in het ‘doel’ kunt trappen. Op die manier wordt het aantrekkelijker om afval weg te gooien, of in dit geval te schieten. Ook hier hadden ze al een naam voor: Soccertrash.
Beweegteam
De groep CIOS-studenten uit Heerenveen en Leeuwarden bedacht het idee om een beweegteam op te richten. Het team was bedoeld om kinderen meer te laten bewegen en de samenwerking tussen verschillende groepen te bevorderen. Een sociaal wijkteam gaat langs de deuren om de kinderen enthousiast te maken. Buurtsportcoaches en CIOS-studenten geven in bijvoorbeeld een park of op straat les aan de kinderen en ontwikkelen een beweegprogramma. Zij bedenken tevens een puntensysteem. Als de kinderen een spelletje winnen, krijgen ze daarvoor punten en wie de meeste punten heeft krijgt een beloning. Op die manier stimuleer je de kinderen om meer te bewegen.
Dit zijn maar enkele voorbeelden van hoe je de openbare ruimte zo kunt gebruiken of inrichten dat het stimuleert om meer te bewegen. Bekijk voor nog meer voorbeelden van beweegvriendelijke omgevingen op allesoversport.nl.
Literatuurverwijzing: Tervoort, R.T., & Kenniscentrum Sport (2016). Hoe creëer je een beweegvriendelijke omgeving? Zet kinderen aan tot bewegen met een app of trapschoolbus.