Ga naar de inhoud

Bijeenkomst open club initiatieven bij hc Athena in Amsterdam, een impressie

Samenvatting

Sportbonden, provinciale sportraden, gemeenten en ook adviesorganisaties zoals de Sportbank en stichting Maatschappelijk Verantwoord Verenigingen zijn aanwezig en delen hun ervaringen en kennis op dit thema. Dit keer stond ‘borging’ centraal en hebben we HC AthenA gevraagd om toe te lichten hoe zij erin slagen hun maatschappelijke activiteiten op te pakken en te onderhouden. Hoe houd je het gerealiseerde in stand, terwijl er ook van je verwacht wordt dat de kerntaak (in dit geval hockey) goed uitvoert?

HC AthenA wilde hun ervaringen graag delen. “De open club is vooral werken aan sfeer en betrokkenheid in de club, om vervolgens naar buiten te kunnen. Veel van wat bij AthenA gebeurd, is nog van buiten naar binnen: kinderopvang, fysiotherapie, zwerfkatten, kraanvogel. Af en toe ook gaat de club naar ‘buiten’ – hockeyen op playgrounds in de buurt, maar dat kan nog veel meer.“

Zwerfkatten en Kraanvogel verdienen een toelichting. De zwerfkatten is een groep verstandelijk gehandicapten die een keer in de week gebruikmaken van een veld om te jeu de boulen en te voetballen, na een kopje koffie in de zogenaamde kantinA. De Kraanvogel is een stichting die mensen met kanker en hun familie opvangt, een soort inloopkamer in het clubgebouw.

Multifunctioneel clubhuis

De komst van het multifunctionele clubgebouw is een mooie aanleiding geweest om aan een meer open club te werken. Duurzaamheid, betrokkenheid/sfeer en contact met de buurt waren belangrijke pijlers. Groei van de club en uitbouwen van de hockeysport stond echter op de eerste plaats voor de club. Er is een aparte stichting in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat er optimaal gebruik wordt gemaakt van de multifunctionele accommodatie (MFA). AthenA is een van de huurders, de hoofdhuurder dat wel. Kinderopvangorganisatie Woest Zuid en FTSA Fysiotherapie zijn de andere huurders.

Het verhaal illustreert dat er veel potentie in de club zit die je de ruimte moet geven als bestuur. Betrekken van leden gebeurt al vroeg in het seizoen door een ‘witte rook’ dag te organiseren. Op die dag wordt voor elk team geregeld hoe het seizoen gaat verlopen wat de begeleiding betreft: alle ouders wordt gevraagd een rol te spelen. Is het niet voor het team van hun kind dan voor de hele club. Een aantal sleutelfiguren in de club stimuleert dit. In de periode van totstandkoming van de MFA zijn ook speciale ledenbijeenkomsten gehouden waarop leden op tafellakens konden aangeven waarom ze lid waren van AthenA, wat zij prettig vonden aan de club. Kortom waar staan ze voor?

Waarden

Bij belangrijke beslissingen die het bestuur moet nemen, wordt steeds teruggepakt op deze waarden. Kneuterigheid, elkaar helpen, een gezonde kantine, etc. Het heeft ervoor gezorgd dat de uitstraling op het hele sportpark een gemoedelijke is, geen ingewikkelde luxe inrichting bijvoorbeeld maar vooral praktisch en gezellig.

Een aantal key- (bestuurs)leden is heel goed in het verbinden van initiatieven en ontwikkelingen die spelen in de wijk. De intensiveringsmanager die actief is op Sportpark Voorland/Middenmeer helpt daarbij. Via haar zijn de zwerfkatten bij AthenA gekomen.

Turkse pizza’s

In de kantine is geen frituur te vinden, maar wel Turkse pizza’s en broodjes gezond. Er staat altijd gratis fruit op tafel en lange tijd was de koffie, thee en limonade ook gratis. Het kenmerkt de club.

Borging bij AthenA is vooral werken aan ‘cultuur’ doorgeven – cultuurdragers zoeken. Dat zit ‘m niet alleen in de gedreven mensen die actief zijn als vrijwilliger, maar ook in de contacten met de buurt/ het stadsdeel. Tenslotte is het ook van belang om de cultuur (of eigenlijk de waarden van de club en hoe je dat vormgeeft) formeel vast te leggen. Dat gebeurt via de ALV, maar kan eigenlijk nog veel meer. “Door de komst van de MFA moest het bestuur veel communiceren met haar leden, maar we beseffen dat je dat wel moet vasthouden.” Aan draagvlak moet je blijven werken, is de les. Soms vergeten de leden bijvoorbeeld waarom de zwerfkatten op hun terrein zijn. Ze vragen zich hardop af: “Waarom maken we het ons zelf zo moeilijk en richten we ons niet alleen op het hockey.”

Vraag van AthenA aan de deelnemers van de bijeenkomst was hoe je meer systematisch kan werken aan verbindingen tussen leden en ontwikkelingen in de buurt. Nu komt het toevallig bij elkaar, hoe kan je er nog meer uit halen? Tip uit de groep is om goed in kaart te hebben welke partijen actief zijn in de buurt door bijvoorbeeld een wijkscan of een sociale kaart te maken. Een verbindingsmanager/ verenigingsmanager/ intensiveringsmanager of hoe je het ook wilt noemen kan helpen in het ‘makelen’. De intrinsieke motivatie van de club is echter wel leidend. Wat willen de leden? Nog steeds wordt er door veel gemeenten voor de club bedacht dat het handig is om … Maar is dat nog wel van deze tijd? Mensen regelen het zelf het beste, aldus Hellen Velders (gemeente Amsterdam). “Geef ze tips – faciliteer de ontmoeting en het gaat vanzelf lopen – mits voldoende betrokkenheid van beide partijen.”

Een medewerker van Sportservice Amsterdam geeft aan dat drie gemeenteraadsleden een initiatiefvoorstel hebben ingediend, waarin ze Amsterdamse sportverenigingen oproepen om meer betrokken verenigingen te worden – meer doen dan de kerntaak, kortom ‘open club’ te worden. Nu gebeurt er al veel bij clubs, kijk naar AthenA, maar een overkoepelende aanpak van de gemeente a la Sportplusverenigingen in Rotterdam, Buurthuis van de Toekomst in Den Haag en vitale sportverenigingen in Enschede ontbreekt. Amsterdam leert graag van deze aanpakken en is begonnen met het voeren van gesprekken met clubs die geïnteresseerd zijn. Een aantal van die clubs wil wel, maar geeft aan krap te zitten met vrijwilligers die ermee aan de slag kunnen.

Vraag is of professionaliseren van (een deel van het) kader noodzakelijk is om aan de open club te werken? Het eerste wat veel sportverenigingen vragen is: heb je een verenigingsmanager voor me? Is dat nodig? Het ontbreken van uitvoeringskracht blijkt een grote hobbel. De vitale sportverenigingen uit Enschede werken op deze manier. Een verenigingsmanager kan handig zijn om in te zetten op de verbindingen met andere partijen, hij zou zichzelf kunnen ‘terugverdienen’. Maar vertegenwoordigt de verenigingsmanager ook niet het ‘oude’ denken, wordt opgemerkt door een kritische deelnemer uit de zaal. Het veranderingsproces moet van binnenuit komen, de club (de leden) moeten het willen. Vergeet niet dat de verenigingsmanager een middel is en geen doel op zich.

Sommige clubs zou je eerst moeten ondersteunen in de basale zaken, in de organisatorische aspecten (voldoende vrijwilligers, financiën, etc). Voor de clubs die echt willen (intrinsiek gemotiveerd zijn) is het voldoende om het proces te faciliteren om het gesprek in de club aan te gaan en vervolgens met de buitenwereld (o.a. zorg, welzijn). Als er een goed plan ligt, is er altijd wel financiering te vinden. Denk ook aan de kansen die er liggen in het sociale domein.

Maar dus eerst vraag creëren, het gesprek aangaan met je eigen leden. Waar zijn we goed in, wat voor club willen we zijn? En heb je ideeën, dan krijg je daar ruimte voor. Succesvolle clubs hebben besturen die ruimte durven te geven aan initiatieven die uit de leden zelf komen. Heb je een idee, zoek medestanders en zoek financiën om het uit te voeren. Ga je gang! Vergeet daarbij ook private partijen niet. Partijen als banken, zorgverzekeraars of zelfs ‘miljonairs’!

Literatuurverwijzing: L'abée, D., & Kenniscentrum Sport (2016). Bijeenkomst open club initiatieven bij hc Athena in Amsterdam, een impressie. Sportexpert.