Groene wijken zetten kind in beweging
Samenvatting
NovioConsult concludeert uit literatuuronderzoek dat er een positieve relatie bestaat tussen groen in de buurt en het beweeggedrag van kinderen. In groene wijken komen bij kinderen 15 procent minder overgewicht voor. Ook wordt er 10 procent meer buiten gespeeld in buurten die voldoen aan de norm van 75 vierkante meter groen per huishouden binnen een straal van 500 meter. Dat blijkt uit onderzoek.
Vitamine G
Groen en water stimuleren de lichamelijke activiteit bij kinderen. Jongeren tussen 12 en 17 jaar bewegen meer dan hun leeftijdsgenoten wanneer ze in een groene omgeving wonen. Ze halen de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen vaker dan jongeren in buurten met vooral bakstenen en asfalt. Die wetenschap vloeit voort uit het project Vitamine G, waarbij G staat voor groen. Ook blijkt dat kinderen lichamelijk actiever zijn in stadswijken met meer sportvelden, laagbouw, woonerven en woongebieden met autoluwe zones, groen en water en gegroepeerde parkeerplaatsen. Dat heeft TNO onderzocht.
Actief transport
Het Institute for Health and Care Research heeft onderzoek gedaan naar de Gezonde Wijk. Hieruit blijkt dat de hoeveelheid groen niet het belangrijkste is voor de mate van recreëren, bijvoorbeeld door bewegen. Het gaat om hoe het ligt en hoe het bereikbaar is. Een centraal gelegen park dat duidelijk is afgebakend lijkt meer uit te nodigen dan bijvoorbeeld versnipperd groen in combinatie met een groter recreatiegebied tussen drukke verkeerswegen. Een hoogwaardige groenvoorziening zorgt voor wat actief transport heet. Buurtbewoners gaan regelmatig fietsend of lopend naar het park. Een goed functionerend park heeft voor de lichamelijke activiteit van mensen een positievere invloed dan een eigen tuin of zogenoemd kijkgroen. Een eigen tuin kan wel vaak de lichamelijke activiteit van jonge kinderen en senioren stimuleren.
Toegankelijkheid en veiligheid
Onder andere toegankelijkheid en veiligheid blijken belangrijk om wandelaars te trekken, blijkt uit de publicatie ‘Natuur en gezondheid‘ van de Gezondheidsraad en de Raad voor Ruimtelijk Milieu- en Natuuronderzoek uit 2004. Genoemd worden factoren die het landelijk gebied aantrekkelijk maken voor recreatie. Toegankelijkheid, grondgebruik en veiligheid blijken bijvoorbeeld voor wandelaars van belang te zijn in groene, natuurlijke gebieden.
Verander je de omgeving, dan is dat nog niet voldoende om mensen in beweging te krijgen. Het aanbieden van gezamenlijke activiteiten stimuleert bewegen eveneens. Net als zogenoemde groene corridors: aaneengesloten groene wandel- en fietspaden. Door de natuurlijke corridors te koppelen aan fiets- en wandelroutes wordt op meerdere fronten de gezondheid positief beïnvloed. Niet alleen is wandelen en fietsen langs het water met ruime oevers, langs hagen of houtwallen waarin vogels fluiten en bermen die vol bloemen staan veel prettiger dan wandelen en fietsen langs een drukke en onveilige weg. Beter nog is wandelen in groepsverband.
Biowalking
Deelnemen aan lokale activiteiten op het gebied van natuurbeheer helpt de conditie en de gezondheid te verbeteren, zo blijkt uit een evaluatie van het ‘Green Gym project’.
In Nederland is onderzoek gedaan naar het effect van en de ervaringen met ‘Biowalking’. Dat is een programma waarbij groepen diabetespatiënten met een verpleegkundige en natuurgids een wandeling maken in een natuurgebied. Hieruit blijkt dat tweederde van de deelnemers heeft ervaren dat de wandeling een positief effect heeft op de gezondheid. Uit onderzoek onder joggers blijkt dat een groene omgeving vol prikkels afleidt van bijvoorbeeld vermoeidheid. Ze houden het daardoor langer vol. Dat blijkt uit studies van onder andere de DSP-groep.
Ook zijn er voorzichtige en beperkte aanwijzingen dat werknemers op groene en/of recreatieve bedrijventerreinen vaker dan gemiddeld naar buiten gaan en bewegen.
Literatuurverwijzing: L'abée, D., Hoyng, J., & Kenniscentrum Sport (2016). Groene wijken zetten kind in beweging.