Naar een sterke eerstelijn
Specialisatie in generalistenland?
Samenvatting
De World Health Organization verschaft ons eigenlijk een normatief ideaal beeld hoe een gezondheidszorg in een land geografisch moet zijn geordend, namelijk op hiërarchische wijze met een op kleinschalig wijkniveau georganiseerde eerstelijnsgezondheidszorg en een grootschaliger, regionaal niveau georganiseerde ziekenhuissector. Het wordt ook gepresenteerd als een universeel model dat wereldwijd toepasbaar is in zowel westerse als ontwikkelingslanden. Hoe relevant is een dergelijk model voor de Nederlandse situatie anno 2009? En is het wel realiseerbaar in een land waar de leiding het niet als enige te vertellen heeft, maar waar we te maken hebben met gevestigde belangen van beroepsgroepen, vrije keuze voor consumenten en een geleidelijk aan geïntroduceerd marktdenken?
Concreet richt Dinny de Bakker zich op een viertal vragen. Ze begint met de theorie, een antwoord op de vraag zoekend in hoeverre de door de WHO voorgestelde ordening theoretisch gezien als efficiënt kan worden gezien. Vervolgens richt ze zich op het Nederlandse overheidsbeleid en beziet daar de eerste lijn als ordeningsprincipe in historisch perspectief. De praktijk komt dan aan bod, waarbij de vragen gesteld worden wat de sterke en zwakke punten zijn van de huidige eerste lijn in Nederland om daarna de ontwikkelingstendenzen te analyseren.
Literatuurverwijzing: Bakker, D.H. de (2009). Naar een sterke eerstelijn: specialisatie in generalistenland?. Tilburg: Universiteit van Tilburg.