Hoe krijgt de jeugdgezondheidszorg de jeugd in beweging?
Samenvatting
In deze pilot is onderzocht of het de jeugdgezondheidszorg lukt om tijdens de reguliere contactmomenten met extra tools de jeugd meer in beweging te krijgen. JGZ-professionals vroegen alle kinderen (en hun ouders) met drie vragen naar de hoeveelheid bewegen gedurende een week. Alle kinderen die onvoldoende bewogen volgens de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen kregen een advies op maat mee om meer te bewegen. De jeugdgezondheidszorg maakte gebruik van motiverende gespreksvoering en andere hulpmiddelen. Drie maanden na het Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) is telefonisch bij de ouders nagevraagd of het beweegadvies is opgevolgd. Van de 313 kinderen tijdens PGO-2 en PGO-7 voldeed 23% niet aan de beweegnorm. Van de 73 kinderen die een beweegadvies kregen zijn 47 ouders bereikt voor de follow-up. Volgens de ouders van de PGO-2 kinderen volgde 69% het beweegadvies geheel of gedeeltelijk op en 31% niet; voor de PGO-7 kinderen waren deze percentages respectievelijk 81% en 19%. Door standaard te vragen naar beweeggedrag en een gericht beweegadvies kan de jeugdgezondheidszorg een rol spelen bij het meer laten bewegen van de jeugd.
Literatuurverwijzing: Wieringen, J.C.M. van, & Beckers, M. (2015). Hoe krijgt de jeugdgezondheidszorg de jeugd in beweging?. Tijdschrift jeugdgezondheidszorg 47 (pp. 92-95)