Ga naar de inhoud

Sport en eenzaamheid

Individuele en groepssport en de relatie met emotionele en sociale eenzaamheid bij ouderen

Samenvatting

Dit rapport formuleert onder meer de volgende onderzoeksvragen:

  1.  Wat is de relatie tussen groepssport en individuele sport en eenzaamheid?
  2.  Wat is het effect van groepssporten en individuele sporten op eenzaamheid drie jaar later. 

De studie levert een aantal beleidrelevante aanbevelingen op, waarvan de belangrijkste is dat mensen die sporten minder eenzaam zijn.

Deze relatie kan niet verklaard worden door verschillen in leeftijd, opleidingsniveau, functionele beperkingen, andere fysieke activiteiten, depressieve gevoelens en aanwezigheid van anderen in het huishouden. Vooral individueel sporten blijkt gerelateerd aan zowel een gemiddeld lagere emotionele als sociale eenzaamheid. Als het gaat om sociale eenzaamheid blijkt voor mannen naast individuele sport ook groepssport van belang; mannen die doen aan groepssport zijn gemiddeld minder sociaal eenzaam dan mannen die niet sporten. Mogelijk zijn de sociale contacten die worden opgedaan tijdens het sporten van groter belang voor mannen dan voor vrouwen, of wordt er anders mee omgegaan. Daarnaast kan worden geconstateerd dat de effecten van sporten op eenzaamheid over de lange termijn uitdoven. Er is vooral op de korte termijn een relatie tussen sporten en eenzaamheid. 

Literatuurverwijzing: Wirtz, F., Aartsen, M., Visser, M., & Deeg, D. (2012). Sport en eenzaamheid: individuele en groepssport en de relatie met emotionele en sociale eenzaamheid bij ouderen. Amsterdam: Vrije Universiteit Amsterdam.