Ga naar de inhoud

Trendrapport bewegen en gezondheid 2000/2014

Samenvatting

Het trendrapport is een samenvattend rapport van 14 jaar onderzoek naar Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN). De eerste meting vond plaats in 2000. Per 2015 is OBiN gestopt. Het trendrapport geeft een totaal overzicht van de ontwikkelingen met betrekking tot sportdeelname, lichaamsbeweging en sportblessures over de periode 2000- 2014 op basis van OBiN.

De bevindingen

In de afgelopen 15 jaar is een sterke groei te zien van het aantal Nederlanders dat voldoende beweegt volgens de beweegnorm, van ruim de helft naar bijna driekwart van de volwassen bevolking. Groepen die achterblijven op beweeggebied zijn enerzijds kinderen en jongeren, voor wie een strengere beweegnorm geldt, en anderzijds chronisch zieken en ouderen als het gaat om intensief bewegen (fitnorm). Het zitgedrag is in OBiN pas vanaf 2006 gemeten en laat nog geen duidelijke trend zien. De medische kosten van een aantal ziekten (zoals diabetes en hart- en vaatziekten) als gevolg van onvoldoende beweging worden voor 2014 berekend op 471 miljoen euro per jaar. Bij de laatste meting is voor het eerst ook depressie meegenomen in de berekening. Inclusief depressie worden de medische kosten als gevolg van onvoldoende beweging berekend op 793 miljoen euro per jaar.

Sportblessures sterk toegenomen

Het aantal sportblessures is in de laatste jaren sterk toegenomen. Vooral jeugdige sporters raken vaker geblesseerd. In het trendrapport wordt een mogelijke verklaring gezocht in afnemende fitheid. Ook de volwassen sporters lopen meer sportblessures op. Deels komt dit doordat Nederlanders meer zijn gaan sporten, maar ook de kans op een blessure is toegenomen. De jaarlijkse directe medische kosten ten gevolge van sportblessures worden in 2014 geschat op 530 miljoen euro per jaar.

Literatuurverwijzing: Hildebrandt, V.H., Bernaards, C.M., & Hofstetter, H. (2015). Trendrapport bewegen en gezondheid 2000/2014. Leiden: TNO.