Waarom ouderen niet moeten zitten
Samenvatting
Wie zit het meest?
De ouderen in het LASA-onderzoek, met een gemiddelde leeftijd van 72 jaar, zitten en liggen overdag gemiddeld 10,3 uur. Liggen overdag wordt hier ook meegenomen, omdat dat een zelfde risico geeft als zitten. Zoals verwacht kan worden, draagt tv-kijken met 3 uur verreweg het meest bij aan het totaal. Mensen die geen partner hebben, een hogere BMI hebben, in grotere plaatsen wonen en slechter scoren op mobiliteit, bevinden zich vaker in de groep die het meest zit. Ook mensen met hart- en vaatziekten of kanker zijn vaker in deze groep vertegenwoordigd.
Verlies van normale functies
De groep die veel zit, verliest over een periode van drie jaar het meeste gewicht. Vooral in combinatie met te weinig bewegen is dat gewichtsverlies groot. Gewichtsverlies kan positief lijken, maar in deze leeftijdsgroep wordt dat vaak veroorzaakt door verlies aan spiermassa. Spiermassa die nodig is om normale activiteiten van het dagelijks leven uit te kunnen voeren. Voldoende mobiel blijven is daar een voorbeeld van. De veelzitters krijgen echter te maken met een extra grote achteruitgang in mobiliteit; er is meer tijd nodig om op te staan en de loopsnelheid wordt lager. Dit kan betekenen dat deze mensen, eerder dan anderen, niet meer zelfstandig mobiel zijn en zo meer afhankelijk worden van anderen. Juist nu verwacht wordt dat mensen langer thuis blijven wonen heeft dit ernstige gevolgen. Verminderde mobiliteit kan bovendien sneller leiden tot vereenzaming, want voor een groot deel van je contacten moet je nu eenmaal zelf je huis uit.
Vervroegde sterfte
Uit dit onderzoek blijkt verder dat veel zitten leidt tot eerder overlijden. Onevenredig veel mensen die het meest zitten overlijden binnen een periode van 4,5 jaar. Dat effect is duidelijk als je alleen naar zitgedrag kijkt, maar wordt nog eens extra versterkt in combinatie met (te) weinig bewegen. Mensen die zowel veel zitten als weinig bewegen hebben een 3,5 maal zo grote kans om binnen die periode te overlijden als mensen die zowel weinig zitten als veel bewegen! Naar de oorzaak van overlijden in relatie tot zitgedrag is in dit onderzoek niet gekeken, maar ander wetenschappelijk onderzoek laat zien dat veel zitten onder meer leidt tot vetopslag rond het hart, een hogere bloedglucosewaarde, meer ontstekingsstoffen in het bloed en een groter stollingsrisico. Overigens lijkt het er op dat meer bewegen tijdens het zitten ook kan zorgen voor verlaging van bepaalde risico's. Dus mensen die bijvoorbeeld afhankelijk zijn van een rolstoel kunnen winst behalen door actiever te zitten.
Hoe laten we ouderen minder zitten?
Structureel veel zitten heeft in eerste instantie te maken met gedrag. Dat is vaak erg lastig te veranderen en moet vooral door mensen zelf worden opgepakt. Maar daarin kunnen ze wel worden ondersteund. Verandering in gedrag begint bij bewustwording. De omgeving, of dat nu zorgverleners, familie of sport- en activiteitenbegeleiders zijn, kunnen mensen wel wijzen op de grote risico's. En stimuleren dat mensen zitten zoveel mogelijk onderbreken. Dat begint al bij het zelf halen van het kopje koffie. Meer tips zijn te vinden in de brochure 'Sedentair gedrag bij Ouderen: sta op voor gezondheid!'
Ook rol voor gemeenten
De ondersteuning van thuiswonende ouderen met hulpbehoefte komt nu, veel meer dan voorheen, voor rekening van gemeenten. Denk aan onderwerpen zoals de (her)inrichting van de openbare ruimte voor ouderen, de regeling van thuishulp en dagopvang, de keuze van het (beweeg)aanbod voor ouderen in buurthuizen en ontmoetingscentra en de ondersteuning van sociale wijkteams. Het artikel 'Zo laat je ouderen in jouw gemeente bewegen' biedt professionals bij een gemeente of in en rondom een woonzorginstelling of woonzorgzone handvatten om een beweegvriendelijke omgeving voor ouderen te creëren.
Bronnen
- Visser, M. (2015). Sedentair gedrag van ouderen. Amsterdam: Vrije Universiteit Amsterdam.
- Nationaal Ouderenfonds, Vrije Universiteit & NISB. (2015). Sedentair gedrag bij ouderen: sta op voor gezondheid. Amsterdam: Nationaal Ouderenfonds, Vrije Universiteit, Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB).
- Artikel Zo laat je ouderen in jouw gemeente bewegen, Kenniscentrum Sport.
Contactpersoon Kenniscentrum Sport
Liesbeth Preller
E. liesbeth.preller@kenniscentrumsportenbewegen.nl
Over de auteurs
Liesbeth Preller en Ben Weghorst zijn werkzaam bij Kenniscentrum Sport & Bewegen; Sophie van Dongen bij de Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Gezondheidswetenschappen.
Literatuurverwijzing: Preller, L., Weghorst, B., Dongen, S. van, & Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) (2015). Waarom ouderen niet moeten zitten. SportExpert.