VTO als nieuwe bron van informatie over sport- en cultuurparticipatie, een vergelijking met AVO
Samenvatting
Het AVO (Aanvullend Voorzieningengebruik Onderzoek) kende een lange traditie, die eindigde in 2007. Het onderzoek is in 1979 voor de eerste keer door het SCP uitgevoerd om gegevens over voorzieningengebruik, waaronder sport en cultuur, te vergaren. Gaandeweg kwamen voor veel velden andere informatiebronnen beschikbaar, voor cultuur en sport was dit niet of beperkt het geval. In 2010 werd duidelijk dat het niet financieel haalbaar was om AVO in stand te houden. Daarmee kwam een einde aan een fraaie reeks gegevens. Ter vervanging van AVO is de Vrijetijdsomnibus (VTO) ontwikkeld om gegevens over deelname aan sport en cultuur te verzamelen. Begin november 2013 verscheen daarover het SCP-factsheet 'Wie doen er aan sport en cultuur?' (Tiessen-Raaphorst et al. 2013). De percentages van de kengetallen voor sport en cultuur op basis van het VTO komen hoger uit dan de uitkomsten van eerdere AVO-onderzoeken. Hiermee is echter niet gezegd dat tussen 2007 en 2012 meer Nederlanders zijn gaan sporten of aan cultuur zijn gaan doen. In dit document beschrijven de onderzoekers de verschillen tussen AVO en VTO en benoemen ze welke consequenties dit heeft voor de vergelijkbaarheid van de uitkomsten.
Literatuurverwijzing: Dool, R. van den, Tiessen-Raaphorst, A., & Broek, A. van den (2014). VTO als nieuwe bron van informatie over sport- en cultuurparticipatie, een vergelijking met AVO. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).