Bewegingsarmoedig onderwijs
Samenvatting
Er is een duidelijke achteruitgang te constateren in de lichamelijke conditie, motorische vaardigheden en lichaamshouding van jeugdigen. Daarnaast is het bewegingsonderwijs te schamel wat betreft tijd, kwaliteit en accommodatie en levert het daardoor onvoldoende op. De vraag moet worden gesteld: Waar liggen de oorzaken, welke invloed heeft het geconstateerde op het welzijn van de jeugd nu en later en wat zijn de mogelijkheden om verbetering te verkrijgen. Velen, en met name artsen werkzaam in de jeugdgezondheidszorg en lichamelijke opvoeders, houden zich bezig met deze problematiek. Contact tussen beide groeperingen heeft geleid tot een breed samengestelde commissie, die in deze nota haar visie en overwegingen heeft weergegeven.Literatuurverwijzing: Wafelbakker, F., Bussel-Schippers, M.G. van, Eyck, J.W.L. van, Gastel, B.F. van, Kemper, H.C.G., Langhout-Han, N., ... Ververgaert-Doesborgh, S. (1980). Bewegingsarmoedig onderwijs. Utrecht: Jan Luiting Fonds.