Ga naar de inhoud

Vitaliteitsindex

Hoe staan de sportverenigingen in jouw gemeente ervoor? Zijn ze toekomstbestendig? Waar liggen de knelpunten en de kansen? Dit brengen we in kaart met onze vitaliteitsindex.

Over de vitaliteitsindex

Maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen jaren hebben voor een veranderde rol voor sportverenigingen gezorgd. De vitaliteit van sportverenigingen is hiermee in het middelpunt van de belangstelling gekomen.

Het Mulier Instituut heeft een vitaliteitsindex ontwikkeld waarmee we snel een beeld krijgen van de organisatiekracht en de maatschappelijke oriëntatie van verenigingen.

De index organisatiekracht geeft inzicht in de mate waarin de verenigingen in staat zijn hun sportaanbod te organiseren voor (potentiële) leden. De index maatschappelijke oriëntatie bestaat uit twee criteria: de mate van maatschappelijke activiteit (wat ondernemen verenigingen) en de maatschappelijke intentie (wat willen verenigingen, hun houding).

Beide indexen combineren we in een matrix: de vitaliteitsindex. Op de ene as staat de organisatiekracht en op de andere de maatschappelijke oriëntatie. Beide assen lopen van onvoldoende naar goed. Door beide indexen met elkaar te combineren brengen we in beeld hoe vitaal verenigingen zijn. Hoe krachtig zijn verenigingen die meer maatschappelijk georiënteerd zijn? En hoe maatschappelijk actief zijn krachtige verenigingen?

Vier segmenten

De index bestaat uit een matrix waarin we vier segmenten onderscheiden:

  • kwetsbare verenigingen: niet tot nauwelijks organisatiekracht en maatschappelijk georiënteerd;
  • krachtige verenigingen: organisatiekrachtig, maar niet of nauwelijks maatschappelijk georiënteerd;
  • maatschappelijke verenigingen: maatschappelijk georiënteerd, maar geen krachtige organisatie;
  • vitale verenigingen: organisatiekrachtig én een maatschappelijke rol.
Voorbeeldscores op de vitaliteitsindex
Voorbeeldscores op de vitaliteitsindex

Beleidsinformatie en vergelijking

De vitaliteitsindex is de afgelopen jaren in verschillende gemeenten en regio’s ingezet. Dit biedt mogelijkheden tot vergelijking en benchmarking met landelijke cijfers. Het monitoren van de vitaliteit en de ontwikkelingen bij de sportverenigingen geeft bij iedere nieuwe beleidsperiode actuele informatie over de stand van zaken bij de clubs.

Dit gebeurt onder andere in de gemeenten Dordrecht, Tilburg en  Arnhem.

Lokale index

De vitaliteitsindex is gebaseerd op twee pijlers: organisatiekracht en maatschappelijke oriëntatie van sportverenigingen. Het basismodel vitaliteitsindex vullen we op basis van de resultaten uit de verenigingsmonitor in.

We kunnen de vitaliteitsindex met vragen of criteria uitbreiden zodat deze beter aansluit bij de beleidspraktijk in jouw gemeente. Bijvoorbeeld met extra vragen of met een aangepaste vitaliteitsindex op basis van je sportnota of -beleid.

De gemeente Zeist heeft ervoor gekozen om de index aan te vullen met vragen. De gemeenten Arnhem en Schiedam hebben op basis van hun sportnota samen met het Mulier Instituut een eigen vitaliteitsindex ontwikkeld. Een index gebaseerd op andere pijlers dan het basismodel, passend bij het sportbeleid in de gemeente.

Andere sectoren

We kunnen ook voor andere sectoren dan sportverenigingen een index samenstellen.

In het lokale sportbeleid leggen gemeenten steeds vaker verbinding met het sociale domein of de culturele sector. Dan rijst niet alleen de vraag hoe sportverenigingen met deze rol omgaan, maar ook hoe andere organisaties daartoe in staat zijn. Om dit in beeld te brengen ontwikkelen we monitoren voor andere sportaanbieders en organisaties in het sociale domein en de culturele en welzijnssector. Deze monitoren zijn gebaseerd op de pijlers van vitaliteitsindex.

De vitaliteitsindex voor sportverenigingen kunnen we ook gecombineerd met een ruimteonderzoek. Daarbij verbinden we de ruimtelijke implicaties van sportaccommodaties met de vitaliteit van de sportverenigingen in de gemeente.