Ga naar de inhoud

Kwalitatief onderzoek

Het Mulier Instituut gebruikt kwalitatieve methoden om onderzoeksvragen te beantwoorden. Kwalitatieve methoden lenen zich goed voor ‘hoe’-, ‘wat’- en ‘waarom’-vragen en zijn daarmee zeer geschikt om onderwerpen te verkennen of juist verder uit te diepen.

Vormen van kwalitatief onderzoek

We hebben veel expertise in uiteenlopende kwalitatieve methoden van dataverzameling en data-analyse. De precieze vorm die we inzetten, hangt af van de onderzoeksvraag. Methoden die we veel gebruiken zijn:

  • individuele interviews, variërend van semigestructureerd tot open/narratief (biografische verhalen);
  • groepsinterviews, waarbij het ook gaat om de discussie en interactie tussen deelnemers;
  • open vragen (toevoegen) in een vragenlijst, waarbij respondenten een toelichting in eigen woorden kunnen geven;
  • (participerende) observaties om te bestuderen wat er in de praktijk gebeurt;
  • participatief actieonderzoek, waarin onderzoekers het onderzoek vormgeven en uitvoeren samen met mensen over wie het onderzoek gaat;
  • inhoudsanalyse van teksten, zoals (beleids)documenten en mediaberichtgeving.

Wat voor informatie levert kwalitatief onderzoek op?

Kwalitatief onderzoek geeft informatie die niet goed in cijfers te vangen is. Denk aan het duiden van meningen, ervaringen, zingeving en verklaringen. Of aan inzicht in spanningsvelden, de meerduidigheid en gelaagdheid van betekenissen en de complexiteit van de dagelijkse praktijk.

In monitoring- en evaluatiestudies kunnen kwalitatief en kwantitatief onderzoek elkaar versterken. Zo kan kwalitatief onderzoek inzicht geven in achterliggende processen en kunnen citaten meer kleur en betekenis geven aan cijfers.

Wanneer is kwalitatief onderzoek geschikt?

Enkele voorbeelden van sportonderwerpen waar kwalitatief onderzoek goed bij past:

  • betekenissen van sportdeelname en ervaren stimulansen of belemmeringen, vooral onder groepen mensen die met vragenlijsten lastiger bereikbaar zijn, zoals kinderen of mensen die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn;
  • ontwikkeling en evaluatie van sport- en beweegaanbod (wensen, behoeften en succes- en faalfactoren);
  • processen van samenwerking tussen organisaties in de sport en andere domeinen;
  • nader invulling geven aan en vormgeven van nieuwe sportaccommodaties.