Ga naar de inhoud

Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving

Met de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO) brengt het Mulier Instituut in kaart in hoeverre de openbare ruimte geschikt is om in te sporten en bewegen.

Achtergrond

In 2014 heeft de minister van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de Kernindicatoren Sport en Bewegen benoemd om de stand van zaken van sport en bewegen in Nederland duurzaam te kunnen monitoren. Kwaliteit, vergelijkbaarheid en continuïteit waren daarbij belangrijke uitgangspunten. Een van de kernindicatoren is de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO), die als doel heeft om samen met de Kernindicator Sportaccommodaties de ruimtelijke ontwikkelingen van sporten en bewegen inzichtelijk te maken.

We hebben de KBO in 2015 voor het eerst opgesteld en gedefinieerd als: ‘de mate waarin de publieke ruimte in de fysieke omgeving scoort op de mogelijkheden voor mensen om te sporten en te bewegen’. De KBO berekenen we elke twee jaar en hebben we in 2020 grondig herzien (hierover meer in hoofdstuk 4 van het Brancherapport ‘Sporten en bewegen in de openbare ruimte’). De resultaten van onze analyses ontsluiten we via verschillende kanalen, zoals het RIVM, de Atlas Leefomgeving en het ministerie van VWS.

De Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving

De KBO is opgebouwd uit vier deelindicatoren, met elk een score van 0 tot en met 100:

  1. sportaccommodaties (diversiteit en nabijheid van sportvelden (voetbal en /of hockey), tennisbanen, sporthallen, fitnessvoorzieningen en zwembaden);
  2. sport- en speelplekken (nabijheid van sport- en speelplekken in de openbare ruimte);
  3. recreatief groen en blauw (nabijheid en oppervlakte van parken en water geschikt voor recreatief gebruik);
  4. nabijheid van voorzieningen (o.a. gemiddelde afstand tot supermarkt en school).

Samen geven deze vier deelindicatoren een beeld van hoe beweegvriendelijk de fysieke inrichting van de openbare ruimte is. De totaalscore op de KBO is het gemiddelde van de deelindicatoren waarvoor een score is berekend.

Resultaten

Gemiddeld scoort Nederland 65 op de KBO. Vooral gemeenten in het westen van het land en een aantal clusters van gemeenten in Flevoland, Noord-Brabant en het noorden van Nederland scoren goed (60 of meer). In het zuiden, oosten en noorden van het land halen gemeenten overwegend lagere scores.

Gemeenten scoren gemiddeld het hoogst op de nabijheid van sport- en speelplekken in de openbare ruimte (gemiddeld 80). Op de overige deelindicatoren scoren ze rond de 60. Deze scores zijn gemiddelden: de scores verschillen sterk tussen gemeenten onderling. Meer over deze lokale verschillen en de kernindicator lees je in het rapport ‘Wordt Nederland Beweegvriendelijker?