Topsport en doping
Doping is een van de keerzijden van de topsport. Het Mulier Instituut doet onderzoek naar onder andere dopinggebruik, beleid op dit gebied en de rol van betrokkenen.
Rol begeleidingsteam bij dopinggebruik in de topsport
In opdracht van de Dopingautoriteit hebben we onderzoek gedaan naar de visie van het begeleidingsteam op het gebruik van doping in de topsport.
Hoewel is aangetoond dat de overweging om wel of geen doping te gebruiken sterk afhangt van het verwachte effect op de sportprestatie, blijkt dat de uiteindelijke keuze om wel of geen doping te gebruiken een zeer complex en dynamisch proces is. Een belangrijke schakel in dit complexe proces is de sociale omgeving van de sporter. Coaches, trainingspartners, medische staf, maar ook ouders en partner spelen een belangrijke rol in de keuzes die een sporter maakt.
Uit het onderzoek blijkt onder andere dat coaches en medisch begeleiders een grote invloed denken te hebben op de houding en het gedrag van een topsporter ten aanzien van dopinggebruik. Zij vinden echter dat de topsporter altijd zelf eindverantwoordelijk is voor zijn of haar gedrag. Ondanks de grote invloed van de coaches en medisch begeleiders op de topsporter voelen de begeleiders zich maar deels verantwoordelijk als het aankomt op dopinggebruik. Zij willen vooral de zelfverantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de topsporter stimuleren.
Lees meer in het rapport De visie van topsportbegeleiders op een schone sport.
Dopingprevalentie- en beleid
Met ondersteuning van het ministerie van VWS voerden we een dopingprevalentiemeting uit onder Nederlandse topsporters. Uit dit onderzoek blijkt dat de schatting van het dopinggebruik onder Nederlandse topsporters ligt op 12,5 procent.
De onzekerheidsmarge was 3,0 tot 24,7 procent. Dit houdt in dat in deze steekproef een schatting van 12,5 procent is gevonden en dat het werkelijke dopinggebruik ergens ligt tussen de 3,0 en 24,7 procent.
Vergeleken met data uit 2015 blijft het gebruik van androgene anabole steroïden, bloedmanipulaties en verboden stimulantia nagenoeg gelijk. Er lijkt een lichte stijging te zijn in het gebruik van middelen uit de categorie ‘andere middelen en methoden’, zoals glucocorticoïden, puffers met bèta-2-agonisten, diuretica of hormonen. Door de brede onzekerheidsmarge kunnen we niet met zekerheid zeggen dat het dopinggebruik sinds 2015 is gestegen.
Lees meer in het rapport Dopinggebruik in de Nederlandse topsport.
Onze expert
Bekijk ook
Esports
In ons onderzoek op het gebied van esports kijken we onder andere naar het carrièreverloop van esporters en naar de opvattingen over en het gebruik van supplementen en andere middelen om de prestatie te verbeteren.
Topsport en maatschappij
We doen onderzoek naar de maatschappelijke waarde van topsport: hoe kijken Nederlanders tegen topsport aan? Ook onderzoeken we integriteitskwesties in de topsport.