‘Te duur’ meest genoemde reden om sportlidmaatschap op te zeggen
De meest genoemde reden dat Nederlanders lidmaatschappen van fitnessaanbieders en sportverenigingen opzeggen, is dat ze die te duur vinden. Dat noemen ze in 2024 vaker als reden om hun lidmaatschap van een sportvereniging op te zeggen dan in voorgaande jaren. Dit blijkt uit het onderzoek van het Mulier Instituut.
Het aantal huishoudens waarin sportlidmaatschappen zijn beëindigd (16%), is in 2024 vergelijkbaar met voorgaande jaren. In ongeveer een derde van die huishoudens wordt het lidmaatschap als te duur ervaren.
Sportlidmaatschap vooral te duur voor huishoudens met lager inkomen
Mensen uit huishoudens met een benedenmodaal inkomen noemen ‘te duur’ vaker als opzegreden van een lidmaatschap van een fitnessaanbieder dan mensen uit huishoudens met een bovenmodaal inkomen (41% vs. 26%). Voor lidmaatschappen van sportverenigingen geldt dat ook, maar iets minder sterk (39% vs. 31%).
De mate waarin mensen een lidmaatschap als ‘te duur’ ervaren, hangt samen met verschillende dingen:
- het besteedbaar inkomen;
- de prijs;
- de inzet als vrijwilliger (bij sportverenigingen);
- de waarde van het lidmaatschap: de prijs is wat je betaalt, de waarde is wat je krijgt.
Ruim een derde van de Nederlanders vindt sportkosten bezwaarlijk
37 procent van de Nederlanders vindt de kosten die verbonden zijn aan sport bezwaarlijk. Dit betreft alle sportkosten, zoals een lidmaatschap, kleding en attributen. In 2023 was dit beeld hetzelfde. In 2021 en 2019 lag dit aandeel lager (beide jaren 30%).
Mensen uit een huishouden met een benedenmodaal inkomen vinden de sportkosten vaker een bezwaar dan mensen uit een huishouden met een bovenmodaal inkomen (57% vs. 28%). Sporters en niet-sporters verschillen niet veel in de mate waarin ze sportkosten als bezwaarlijk ervaren (36% vs. 39%).
Bijna 3 op de 10 niet-sporters zouden gaan sporten als het gratis was
We hebben mensen ook gevraagd of ze zouden gaan sporten als al het sportaanbod gratis was. 28 procent van de niet-sporters geeft aan dat ze dan wel zouden sporten. Het merendeel van de niet-sporters zou ook niet sporten als het gratis was: zij ervaren andere drempels. In 2023 zagen we hetzelfde beeld.
Informatie over opzeggen sportlidmaatschappen
We hebben een vragenlijst uitgezet onder een representatieve steekproef van 1.511 Nederlanders van 16 t/m 79 jaar. Dat deden we via het Ipsos Online Access Panel. Mensen vulden de vragenlijst in tussen 25 april en 13 mei 2024.
Gerelateerd nieuws
Essay: Bredere kijk op ‘beweegarmoede’ nodig
Het doel van de overheid is dat in 2040 75 procent van de Nederlandse bevolking de beweegrichtlijnen haalt. Dat is een hoge ambitie. En waarschijnlijk onhaalbaar als de kijk op het vraagstuk niet verbreed wordt, stellen onderzoekers Mirjam Stuij en Marloes van Gorp.
Voortzetting fitnessaanbod voor mensen met een smalle beurs onzeker vanwege geldgebrek
Via het programma Fitness Loont kunnen mensen met een laag inkomen fitnessen. Fitnessaanbieders die aan een tweejarige pilot deelnamen, vinden het vrijwel allemaal lastig om financiering te vinden om het aanbod voort te zetten.
Niet-sporters wonen niet alleen in aandachtswijken
Voor sportdeelnamebeleid is het goed je te realiseren dat niet-sporters niet alleen in wijken met een lage sociaaleconomische status (SES) wonen. Beleid om sporten te stimuleren moet daarom niet alleen op lage-SES-wijken gericht zijn.