Sporten voor mensen met een handicap in 2030 vanzelfsprekend: een forse uitdaging
Hoewel er meer beleidsaandacht is gekomen, is sporten en bewegen voor mensen met een beperking nog niet vanzelfsprekend. Een nieuwe landelijke strategie vanuit het Sportakkoord moet hier verandering in brengen. Het Mulier Instituut volgt de voortgang op de uitvoering van deze strategie tot en met 2030.
De partners van Sportakkoord II hebben in samenwerking met betrokken partijen in 2024 een strategie ontwikkeld. Het doel is dat sporten voor mensen met een handicap in 2030 vanzelfsprekend is. Zowel voor de breedte- als de topsport. 56 organisaties hebben op 14 oktober 2024 tijdens de landelijke Uniek Sporten Dag de strategie ondertekend. Daarmee verbinden zij zich aan de belofte beter samen te werken en hun middelen efficiënter in te zetten. Doel is ambities te realiseren op acht pijlers: 1) jeugdsport, 2) volwassenensport, 3) talentvolle sporters, 4) innovatie, 5) classificatie, 6) randvoorwaarden, 7) netwerk en 8) internationaal.
Wanneer is sporten ‘vanzelfsprekend’?
Uit een peiling en interviews met mensen met een beperking en diverse betrokkenen blijkt dat sporten vanzelfsprekend is wanneer de sociale toegankelijkheid, praktische toegankelijkheid, fysieke toegankelijkheid, informatietoegankelijkheid en financiële toegankelijkheid op orde zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om zich welkom voelen, toegankelijke sportaccommodaties, de beschikbaarheid van sporthulpmiddelen en heldere (online) informatie over sport- en beweegaanbod.
Veel toewijding, maar de vraag of dat voldoende is
De 56 organisaties gaan zorgen voor de benodigde basis om sport voor mensen met een beperking vanzelfsprekend te maken. Op de meeste pijlers hebben zij met elkaar al stappen kunnen zetten. Maar om de ambities van de pijlers te realiseren is meer nodig. De wens is dat mensen met een handicap op gelijke voet met anderen aan sport kunnen deelnemen, zoals ook in het VN-verdrag Handicap staat.
Hiervoor zijn systeemveranderingen nodig. Dit geldt voor thema’s als vervoer, sporthulpmiddelen, betaalbaarheid en de omgang met mensen met een beperking. De sport heeft de bredere samenleving nodig om tot veranderingen te komen. De betrokken organisaties hebben tot 2030 de tijd om de Strategie waar te maken. De tijd die nog rest is kort en de financiële situatie onzeker. Zonder daadkracht en een forse inzet van middelen lijken de doelen nog ver weg. Ongetwijfeld zullen partijen moeilijke keuzes moeten maken.
Tweede voortgangsrapportage in reeks tot en met 2030
Dit is de tweede voortgangsrapportage over de ontwikkelingen in de gehandicaptensport. Het Mulier Instituut monitort jaarlijks de voortgang op de Strategie.
Voor deze rapportage verzamelden we informatie op verschillende manieren. Om zicht te krijgen op het proces van de strategie en behaalde resultaten belden we met betrokken uitvoeringsorganisaties, gebruikten registratiedata en deden bureau- en literatuuronderzoek. Ook hielden we interviews met mensen met een beperking en leden van onze klankbordgroep (n=13) en zetten we peilingen uit onder mensen met en zonder beperking (n=376) en betrokken professionals, waaronder beleidsambtenaren sport (n=109).
Gerelateerd nieuws
Veel te verbeteren in sport- en zwemlesregelingen voor mensen met een laag inkomen
Veel informatie via gemeentewebsites over sport- en zwemlesregelingen voor mensen met een laag inkomen is lastig te vinden of begrijpen. Daardoor kan het voor inwoners moeilijk zijn om de weg naar financiële ondersteuning te vinden.
Verschillen in exploitatie van zwembaden: beste vorm hangt af van lokale situatie
Wie de eigenaar en exploitant van een zwembad zijn, verschilt per gemeente. Net als de afspraken tussen deze twee partijen. Welke exploitatievorm het meest geschikt is, hangt af van de lokale situatie.
Monitor Sportakkoord II: meer clubondersteuning en veel draagvlak voor sociale veiligheid in de sport
In steeds meer gemeenten krijgen verenigingen ondersteuning en is er veel draagvlak om de sociale veiligheid in de sport verder te vergroten. Regionale samenwerking kan hier, vooral in kleinere gemeenten, verder bij helpen.