Rol sport en bewegen verschilt sterk in gemeentelijke plannen voor een gezondere bevolking
De rol van sport en bewegen in de plannen van gemeenten voor het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) verschilt sterk. Sommige gemeenten koppelen het aan veel thema’s en beschrijven hun inzet concreet, andere doen dat minder. Dat blijkt uit een analyse van de gemeentelijke plannen door het Mulier Instituut.
De centrale doelstelling van het GALA is een gezonde generatie in 2040 door sport, voeding en bewegen. Om voor de middelen hiervoor (de Brede SPUK) in aanmerking te komen, moesten gemeenten integrale plannen maken. In het GALA staan zes doelen:
- terugdringen van gezondheidsverschillen;
- een gezonde fysieke leefomgeving;
- versterken van de sociale basis;
- een gezonde leefstijl;
- versterken van de mentale gezondheid;
- vitaal ouder worden.
Vaak gekoppeld aan ‘gezonde leefstijl’
We bekeken al die gemeentelijke plannen van aanpak en peilden aan welke GALA-doelen gemeenten sport en bewegen koppelden. De meeste gemeenten verbinden het met ‘gezonde leefstijl’ (84% van de gemeenten) en ‘vitaal ouder worden’ (75%). Veel minder gemeenten koppelen sport en bewegen aan ‘terugdringen gezondheidsachterstanden’ (34%) en ‘versterken van de mentale gezondheid’ (38%).
Van elkaar leren en elkaar inspireren
We adviseren gemeenten die sport en bewegen nog wat beperkt koppelen aan GALA-doelen niet het wiel opnieuw uit te vinden. Goede, concrete voorbeelden voor een bredere aanpak zijn er inmiddels genoeg. Hiermee kunnen gemeenten elkaar inspireren.
Betere afstemming, integrale aanpak
Een andere aanbeveling is om beleidsplannen van verschillende beleidsterreinen beter met elkaar te verbinden. De plannen die gemeenten beschrijven raken namelijk meerdere beleidsterreinen: zoals sport, gezondheid, welzijn en ruimtelijke ordening.
Bij het verbinden van beleidsterreinen in zowel beleidsplannen als de integrale uitvoering is een duidelijke rol weggelegd voor de coördinator sport en preventie. Die coördinator brengt niet alleen de gemeentelijke domeinen bij elkaar, maar geeft ook de lokale samenwerking vorm. Met een goede overlegstructuur met onder meer hulpverleners, buurtsportcoaches, sportverenigingen.
Doelgroepen betrekken
De gemeentelijke GALA-plannen voor de verschillende doelen hebben vaak een specifieke doelgroep. Zoals inwoners met overgewicht voor gezonde leefstijl en inwoners met psychosociale problemen voor mentale gezondheid. In het bijzonder stellen gemeenten ouderen vaak als doelgroep.
Gemeenten beschrijven in hun plannen niet vaak samenwerking met deze doelgroepen. Slechts in enkele gevallen noemen ze het stimuleren van inwonersinitiatieven. Daarom adviseren we bij de uitvoering van de plannen de mensen waar het om gaat te betrekken en te stimuleren. Bijvoorbeeld voor de ontwikkeling of implementatie van het aanbod.
Analyse in 98 procent van gemeenten
Voor dit onderzoek hebben we twee deelonderzoeken gedaan: een cijfermatige en een verdiepende analyse. In de cijfermatige analyse hebben we de plannen van 334 van de 342 gemeenten (98%) meegenomen. We telden hoe vaak woorden gerelateerd aan sport en bewegen voorkwamen in dezelfde zin met woorden die te maken hebben met de zes GALA-doelen. In de verdiepende analyse bekeken we in 30 gemeenten hoe ze sport en bewegen inzetten.
Gerelateerd nieuws
Essay: Bredere kijk op ‘beweegarmoede’ nodig
Het doel van de overheid is dat in 2040 75 procent van de Nederlandse bevolking de beweegrichtlijnen haalt. Dat is een hoge ambitie. En waarschijnlijk onhaalbaar als de kijk op het vraagstuk niet verbreed wordt, stellen onderzoekers Mirjam Stuij en Marloes van Gorp.
Voortzetting fitnessaanbod voor mensen met een smalle beurs onzeker vanwege geldgebrek
Via het programma Fitness Loont kunnen mensen met een laag inkomen fitnessen. Fitnessaanbieders die aan een tweejarige pilot deelnamen, vinden het vrijwel allemaal lastig om financiering te vinden om het aanbod voort te zetten.
Niet-sporters wonen niet alleen in aandachtswijken
Voor sportdeelnamebeleid is het goed je te realiseren dat niet-sporters niet alleen in wijken met een lage sociaaleconomische status (SES) wonen. Beleid om sporten te stimuleren moet daarom niet alleen op lage-SES-wijken gericht zijn.