Ga naar de inhoud

Nederlanders zijn de afgelopen tien jaar even veel blijven sporten

De sportdeelname van Nederlanders is sinds 2012 nauwelijks veranderd. Het percentage dat lid is van een sportvereniging neemt over een langere periode licht af, maar blijft de laatste jaren ondanks corona redelijk stabiel. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.

In 2022 doet 71 procent van de mensen van 6 jaar of ouder jaarlijks minstens twaalf keer aan sport. Bijna een op de drie Nederlanders (29%) is lid van een sportvereniging. Naar leeftijd bestaan verschillen in sportdeelname en clublidmaatschap en ook in de ontwikkelingen daarbinnen.

Volleybal

Sportdeelname lager tijdens corona

In 2021 sportte 53 procent van de volwassen minstens twaalf keer per jaar (55% in 2003). Onder kinderen (6-11 jaar) was dat 78 procent en onder jongeren (12-17 jaar) 80 procent. Vooral kinderen en jongeren waren in 2021 (tijdens corona) minder actief dan daarvoor: in 2017 was dit nog 85 en 87 procent.

In de periode 2003 tot 2017 gingen jongeren geleidelijk aan wat vaker sporten. Voor volwassen en kinderen bleef de sportdeelname in die periode stabiel.

Lidmaatschap sportvereniging blijft stabiel

Een vijfde van de volwassenen was in 2021 lid van een sportvereniging (20%). Van de jongeren was dat 57 procent en van de kinderen 61 procent. Voor kinderen is dit percentage vergelijkbaar met de periode voor corona (2017). Het percentage jongeren dat lid is lijkt op langere termijn licht af te nemen.

Onderzoek naar kernindicatoren

De cijfers van mensen van 6 jaar of ouder zijn gebaseerd op de Vrijetijdsomnibus van het CBS. Sinds 2012 vindt elke twee jaar een meting plaats onder 3.000 Nederlanders. De sportdeelname en het percentage verenigingsleden zijn officiële kernindicatoren van de overheid. Een overzicht van alle indicatoren voor sport is te vinden op www.sportenbewegenincijfers.nl.

Voor de beschrijving van de verschillen tussen leeftijdsgroepen hebben we gebruik gemaakt van twee andere grootschalige bevolkingsenquêtes van het CBS (AVO en LSM-a).

Gerelateerd nieuws

Essay: Bredere kijk op ‘beweegarmoede’ nodig 

Het doel van de overheid is dat in 2040 75 procent van de Nederlandse bevolking de beweegrichtlijnen haalt. Dat is een hoge ambitie. En waarschijnlijk onhaalbaar als de kijk op het vraagstuk niet verbreed wordt, stellen onderzoekers Mirjam Stuij en Marloes van Gorp.

Voortzetting fitnessaanbod voor mensen met een smalle beurs onzeker vanwege geldgebrek

Via het programma Fitness Loont kunnen mensen met een laag inkomen fitnessen. Fitnessaanbieders die aan een tweejarige pilot deelnamen, vinden het vrijwel allemaal lastig om financiering te vinden om het aanbod voort te zetten.

​Niet-sporters wonen niet alleen in aandachtswijken

Voor sportdeelnamebeleid is het goed je te realiseren dat niet-sporters niet alleen in wijken met een lage sociaaleconomische status (SES) wonen. Beleid om sporten te stimuleren moet daarom niet alleen op lage-SES-wijken gericht zijn.